Een nieuwe ib-structuur op De Wingerd in Zwaag
“Wij zorgen ervoor dat het de leerkracht lukt”
Petra Dekker is al een aantal jaren ib’er op basisschool De Wingerd in Zwaag. In die jaren is de school op zoek geweest naar een goede structuur voor interne begeleiding, zodat zowel leerkrachten als leerlingen het beste kunnen worden bediend.
“De vraag ‘hoe houden we van groep 1 tot en met 8 de doorlopende leerlijn in de gaten’ stond steeds centraal”, vertelt Dekker. “In het begin deed ik de bovenbouw en mijn ib-collega de onderbouw. Dat zorgde er nog wel eens voor dat we de grote lijnen niet in de gaten konden houden. Daarna hebben we een aantal jaren verticaal gewerkt: allebei bedienden we alle groepen. Ook die constructie werkte niet naar tevredenheid. Vanaf vorig schooljaar hebben we een nieuwe structuur waarin mijn rol coördinerend is: ik houd me bezig met beleid, toetsen, monitorgesprekken, et cetera. Mijn collega doet de praktische kant en werkt met leerlingen. Wij zijn de teamondersteuners. Daarnaast hebben we nu teamondersteunend personeel (TOP’ers). Dat zijn leerkrachten die extra uren hebben om leerkrachten in de groep te ondersteunen.”
Uit de vicieuze cirkel
De huidige manier van werken kwam voort uit een vraag van de leerkrachten. “In een vergadering over de rol van de ib’er gaven zij aan dat ze veel dingen zelf zouden willen doen, maar ze zagen twee struikelblokken: hoe en wanneer. Dat was precies in lijn met wat ik dacht. Ik vond dat we als ib’er te veel werkzaamheden naar ons toe trokken die eigenlijk voor de leerkrachten waren bedoeld. Neem bijvoorbeeld de gesprekken met leerlingen. De voorbereidingen deden wij vaak, maar we waren veel tijd kwijt om een document op te stellen dat nodig was voor zo’n gesprek. We moesten in de achtergrond van de leerling duiken, alles nalezen, schrijven. We deden het graag om de leerkracht te ontlasten, maar uiteindelijk moest die leerkracht in de klas weer met de leerling werken. Dat werd een vicieuze cirkel. Want als je het steeds van de leerkracht overneemt, kan die het niet meer zelf. Dan blijft die taak steeds bij jou terugkomen.”
Ambulante tijd
Het IMT organiseerde een brainstorm met de leerkrachten, vooral om het grootste struikelblok op te lossen: tijd. “De belangrijkste vraag was hoe ze tijd moesten vrijmaken om het plan te schrijven en om met de leerlingen te gaan zitten. De oplossing is natuurlijk een open deur, namelijk door te zorgen dat ze die tijd krijgen. Maar ja, hoe doe je dat? Toen hebben we de TOP’er bedacht. Een aantal leerkrachten krijgt uren om de ambulante tijd in te vullen. Zij ondersteunen collega’s die om hulp vragen. Daar zie je wel verschil in: sommigen leerkrachten hebben alleen tijdens rapporttijd ondersteuning nodig, anderen juist vaker. Belangrijk is ook dat je elkaar kunt uitleggen waarom je de hulp nodig hebt.”
Er wordt volop gebruikgemaakt van deze ondersteuning: “Tussentijdse evaluaties geven aan dat collega’s er tevreden over zijn. Ze ervaren het als prettig, vooral dat je langer aaneengesloten kunt focussen op een bepaalde taak.”
De bal bij de leraar
“Een aantal keren per schooljaar heb ik met elke leerkracht een monitorgesprek”, vertelt Dekker. “Dat bereiden de leerkrachten zelf voor. We bespreken wat er nodig is in de groep en we brengen alles in kaart, zodat ik kan zien of er bijvoorbeeld een externe moet worden ingevlogen. Aan het eind van het gesprek gaat de leerkracht met zijn actiepunten de deur uit. De bal ligt dus vooral bij hem. Voorheen maakten wij als ib’ers het verslag en dat was veel werk. De verantwoordelijkheid lag dan bij ons en dat voelde niet goed. Nu is het harmonieuzer verdeeld.”
Dekker voert wel graag het gesprek met ouders voordat hun kind in het ondersteuningsteam terechtkomt: “Anders zien ouders mij daar voor het eerst. Maar gesprekken over het kind in de klas doet de leerkracht zonder mij. Alleen bij grote conflicten of als een leerkracht wat onzeker is, word ik erbij gehaald. En soms vindt een leerkracht het prettig als ik een gesprek met hem voorbespreek.”
Zelfsturing
Zelfsturing en verantwoordelijkheid geven is een belangrijk onderdeel van het onderwijs van De Wingerd. Voor Dekker is het niet meer dan logisch dat wat voor leerlingen geldt, ook op leerkrachten van toepassing is. “Onze schoolleider is ook erg van deze aanpak: leg de verantwoordelijkheid daar waar die het beste past. Het is erg belangrijk dat MT, ib’ers en leerkrachten op een lijn zitten. Controleren past niet bij de school, en ook niet bij mij. Ik ben nu meer een coachende en inspirerende ib’er. Daarnaast kunnen we veel sneller zaken in gang zetten doordat ik het geheel overzie, want mijn coördinerende taken betreffen alle groepen. We kunnen ook veel meer dan vroeger preventief handelen. Hopelijk hebben we daardoor ook minder snel ‘zwaardere’ middelen nodig als een gedragsspecialist. Leerkrachten kunnen de behoefte nu immers (deels) zelf overzien.”
Kwetsbaar opstellen
Een voorwaarde voor deze manier van werken is dat de school een lerende organisatie is, aldus Dekker: “Daar groeien we naar toe. Collega’s voelen dat de oude manier van werken niet meer past. We willen veranderen, maar we weten nog niet precies hoe. Daar denken we samen over na. Dat is het begin van een lerende organisatie: samen neem je de verantwoordelijkheid voor het onderwijs. Het betekent ook dat je je kwetsbaar durft op te stellen. Als een leerkracht dat doet, ben ik daar erg blij mee. Je hoeft niet meteen tot oplossingen te komen, maar je deelt wel waar je tegenaan loopt en je collega’s zijn daar dan van op de hoogte.”
“We willen ook regelmatig een breder overleg”, vertelt Dekker. “Mijn ib-collega en ik kunnen ook niet alles weten en beslissen. Daarom gaan we een vorm bedenken waarin we met collega’s aan tafel gaan zitten, casussen bekijken vanuit verschillende invalshoeken en samen een solide oplossing bedenken. Ook met het idee dat die niet alleen van de ib’ers is. Je zou kunnen zeggen dat de leerkracht het doet en dat wij zorgen dat het hen lukt. Vooral vanuit mijn coördinerende en coachende functie kan ik van meerwaarde zijn.”
Ervoor gaan
Overigens is de weg die De Wingerd heeft afgelegd, niet een verhaal van alleen succes, erkent Dekker: “Wij lopen ook tegen dingen aan. Het is een kwestie van praten, evalueren, bijschaven en aanscherpen. Ik merk wel dat we als school deze structuur op een leuke en positieve manier ontwikkelen. Als je ergens in gelooft en de organisatie wil het, dan moet je er gewoon voor gaan.”