Vernieuwd: whitepaper Intern toezicht op de onderwijskwaliteit in het primair onderwijs
Over de rol van de raad van toezicht ten aanzien van onderwijskwaliteit
De vernieuwde B&T-whitepaper ‘Intern toezicht op de onderwijskwaliteit in het primair onderwijs’ gaat over de rol van de raad van toezicht ten aanzien van onderwijskwaliteit. Wat is die rol precies? Welke informatie heeft de raad nodig om zijn werk te kunnen doen? En welke interventies kan de raad van toezicht inzetten bij tekortschietende onderwijskwaliteit?
Deze whitepaper is een aanpassing op de whitepaper die in november 2019 gepubliceerd is. In deze nieuwe whitepaper zijn de actualiteiten verwerkt, zoals het recent verschenen rapport De Staat van het Onderwijs 2020, plus enkele onderzoeken die onlangs zijn gepubliceerd. Ook hebben de auteurs van de whitepaper hun ervaringen met bestuursgericht toezicht verwerkt.
Raad van toezicht
De raad van toezicht van een onderwijsorganisatie houdt onder andere toezicht op de onderwijskwaliteit. Dat klinkt voor de hand liggend, maar dat was het tot voor kort allerminst. In de fase waarin intern toezicht zich binnen het funderend onderwijs ontwikkelde, lag de focus meestal op bedrijfsvoering en werd het toezicht op de onderwijskwaliteit aan de Inspectie van het Onderwijs overgelaten. Gelukkig is dat aan het veranderen.
De raad van toezicht wil tegenwoordig wel degelijk ook (en soms vooral) toezien op de kernactiviteit van de organisatie: de kwaliteit van het onderwijs. Daartoe worden raden van toezicht mede geprikkeld door de inspectie, die in het kader van bestuursgericht toezicht ook de raad van toezicht bevraagt.
Bestuursniveau
Binnen het primair onderwijs wordt vanuit de PO-Raad al een aantal jaren aandacht besteed aan de bevordering van de onderwijskwaliteit via het project ‘Goed worden, goed blijven’. Hierbij was de aandacht aanvankelijk gericht op het schoolniveau. De laatste jaren vindt – in lijn met het vernieuwde onderzoekskader van de inspectie – een verbreding naar het bestuursniveau plaats. De aandacht voor het intern toezicht is daarbij echter nog beperkt, terwijl een deugdelijk ingerichte governance één van de aangetoonde succesfactoren voor goede onderwijskwaliteit is.
Het belang van toezicht
Een andere aanleiding voor de verscherpte aandacht voor de onderwijskwaliteit vanuit het intern toezicht is het toenemende aantal zeer zwakke scholen en het vaak tekortschietende intern toezicht op onderwijskwaliteit bij eenpitters. Met name in het primair onderwijs is het aantal eenpitterbesturen van relatief kleine scholen nog substantieel. Binnen deze schoolbesturen zien we nog vaak een voornamelijk uitvoerend ouderbestuur dat de directeur op veel terreinen ontzorgt, maar weinig toekomt aan het daadwerkelijke toezicht op de onderwijskwaliteit. Dat is zorgelijk, zeker als dit gekoppeld wordt aan de toenemende signalen dat grotere onderwijsorganisaties de kwaliteitszorg gemiddeld beter onder controle hebben dan eenpitters.
Onderwijskwaliteit
De vernieuwde whitepaper ‘Intern toezicht op de onderwijskwaliteit in het primair onderwijs’ begint met een korte verkenning van het begrip onderwijskwaliteit. Wat wordt daaronder verstaan en hoe kan de onderwijskwaliteit worden vastgesteld? En hoe houdt de inspectie toezicht? Vanuit onze ervaringen met verbeter- en kwaliteitsbeleidstrajecten in het primair onderwijs gaan we daarna in op wat er wel en niet toe doet bij de beïnvloeding van onderwijskwaliteit.
Vervolgens richten we de aandacht op de rol van de raad van toezicht ten aanzien van onderwijskwaliteit. Wat is die rol eigenlijk? Hoe kan de raad van toezicht het toezicht op de onderwijskwaliteit uitoefenen? Welke informatie moet de raad daarvoor hebben over onderwijskwaliteit? En daarop aansluitend: Welke interventies kan de raad van toezicht inzetten bij tekortschietende onderwijskwaliteit?