Herzien waarderingskader voor samenwerkingsverbanden passend onderwijs
Inspecteur Marieke van der Ros over de belangrijkste wijzigingen
De Inspectie van het Onderwijs presenteerde in augustus 2021 niet alleen de herziene onderzoekskaders voor het primair, voortgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs, ook het waarderingskader voor samenwerkingsverbanden is aangepast. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en vertelt onderwijsinspecteur Marieke van der Ros wat deze wijzigingen betekenen voor haar werk.
In het waarderingskader van 2017 was er één standaard voor de inhoudelijke thema’s van passend onderwijs: Resultaten (OR1). Samenwerkingsverbanden (swv’en) die hierop een onvoldoende scoorden, wisten vaak niet op welke vlakken ze al goed op weg waren én waar nog (grote) verbeteringen noodzakelijk waren. In het herziene waarderingskader zijn de verschillende taken van swv’en rondom passend onderwijs daarom uitgesplitst in drie standaarden:
- Dekkend netwerk en voorzieningen (RPO1)
- Regionale samenwerking (RPO2)
- Advisering en beoordeling toelaatbaarheid (RPO3)
Hierdoor weten samenwerkingsverbanden niet alleen beter waar ze aan toe zijn, het zorgt ook voor meer mogelijkheden tot differentiatie in het toezicht. Marieke van der Ros: “Nu kun je veel beter laten zien op welke elementen je goed scoort en op welke minder goed.”
Samenwerking
De meeste ruimte voor verbetering zit volgens Van der Ros op het terrein van regionale samenwerking, RPO2. “Omdat we samenwerking met jeugdzorg heel belangrijk vinden, heeft het nu een eigen standaard in het waarderingskader”. Voor een goede afstemming van onderwijs en jeugdhulp is samenwerking met gemeenten noodzakelijk. De inspectie kijkt naar de manier waarop samenwerkingsverbanden afspraken maken met gemeenten en hun jeugdzorgregio. Als de samenwerking moeizaam op gang komt, doet een swv dan alles binnen haar mogelijkheden? Welke bewegingsruimte zoekt een swv binnen de kaders van een handelingsverlegen gemeente met weinig geld en professionalisering?
Samenhang visie, ambities en doelen
Waar op inhoudelijk vlak sprake is van opsplitsing, voorziet het nieuwe waarderingskader voor swv’en juist in meer integratie op het terrein van besturing, kwaliteitszorg en ambitie. Marieke van der Ros: “Toen we in 2017-2018 met het vorige kader gingen werken, viel op dat de standaard Kwaliteitszorg bij samenwerkingsverbanden vaker onvoldoende was dan bij schoolbesturen. Dat wierp de vraag op of samenwerkingsverbanden wel voldoende en de juiste informatie verzamelden. En hoe het samenwerkingsverband die informatie gebruikte om de kwaliteitsdoelstellingen te halen?” De afgelopen jaren hebben swv’en op dit terrein verbetering laten zien. Het doel van het herziene waarderingskader is om gerichter toezicht op de kwaliteit te houden. Een sterke kwaliteitscultuur is hierbij essentieel; zo blijf het swv de goede dingen doen. Een stevige inrichting van het kwaliteitszorgsysteem maakt dat het bestuur van het samenwerkingsverband de goede cultuur kan borgen en dat deze niet afhankelijk is van specifieke personen binnen de organisatie.
Cyclisch werken
In augustus 2021 zijn ook de waarderingskaders voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs herzien. Hierover publiceerde B&T twee whitepapers (zie onze website). Deze herziening beoogt een grotere nadruk op het cyclisch werken: het richten, inrichten, verrichten en berichten. Voor swv’en betekent dit dat de inspectie nog nadrukkelijker kijkt naar hun visie , ambities en doelstellingen. En naar hoe deze zaken samenhangen met de besteding van financiële middelen. Vandaar dat in het herziene waarderingskader voor swv’en de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer zijn samengevoegd tot het nieuwe kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (zie onderstaande figuur).
Financiën geïntegreerd
Deze koppeling van het financieel beheer en doelmatigheid aan de kwaliteitszorg en ambities van samenwerkingsverbanden noemt Marieke van der Ros de grootste verandering in het waarderingskader. Samen met de financieel inspecteur en analist kijkt de onderwijsinspecteur naar het geheel van middelen dat het bestuur van het swv inzet, hoe dit wordt verantwoord en welk inhoudelijk beleid daaraan ten grondslag ligt. De doelmatige besteding van middelen krijgt dus een prominentere plek binnen het toezicht, maar wordt daarin niet langer separaat benoemd. Het financieel beheer is in het nieuwe waarderingskader geïntegreerd in de het kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie en de drie daarbij behorende standaarden (BKA1, 2 en 3; zie bovenstaande figuur). Marieke van der Ros: “Het is een verbetering dat we nu, samen met de financieel inspecteur, naar de doelmatigheid van het samenwerkingsverband kijken. Het financieel beheer is weliswaar indirect benoemd maar wordt in samenhang bekeken; eerder gaven we geen oordelen op deze financiële doelmatigheid”. Van der Ros ziet wel dat samenwerkingsverbanden het vaak nog ingewikkeld vinden om deze doelmatigheid vast te stellen. “Dat is een punt van aandacht.”
Intern toezicht
Een ander aandachtspunt betreft de rol van toezichthouders binnen swv’en. Die rol heeft de inspectie eerder expliciet onderzocht. In 2019 werd het themaonderzoek ‘Governance bij samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs’1 uitgevoerd. “In het begin zag je dat er veel bestuurlijke drukte was; schoolbesturen hadden een prominente plek binnen het samenwerkingsverband”, zo blikt Van der Ros terug op de beginjaren van passend onderwijs. Het themaonderzoek liet zien dat wanneer een intern toezichthoudend orgaan externe, onafhankelijke leden bevat, de governance binnen het swv het meest optimaal werkt.
De inspectie voert dit jaar een themaonderzoek uit naar zicht en sturing op en verantwoording over doelmatige besteding van ondersteuningsmiddelen van samenwerkingsverbanden. Daarin komen de onderwerpen doelmatigheid en governance samen. De inspectie hoopt met dit themaonderzoek een bijdrage te leveren aan meer grip bij swv’en op doelmatige besteding van de ondersteuningsmiddelen. “En we hopen er zelf ook ons toezicht mee te kunnen verbeteren”, vult Van der Ros aan.
Extern toezicht
“Het is nu belangrijk om door te ontwikkelen en nog meer de verbinding op te zoeken tussen ons scholentoezicht en ons inspectietoezicht op samenwerkingsverbanden”, beschrijft Van der Ros een andere ontwikkeling. Volgens haar is het van belang dat het extern toezicht nog meer afgestemd is op de beweging naar inclusiever onderwijs, die veel swv’en aan het maken zijn. “Want vanuit welk kader kijk je als inspecteur als je bij een school bent waar zowel regulier als gespecialiseerd onderwijs wordt gegeven?”De samenhang opzoeken tussen toezicht op schoolniveau (waar ook nadrukkelijke aandacht wordt gevraagd voor passend onderwijs) en verantwoording door scholen aan het samenwerkingsverband, kan deze beweging naar inclusiever onderwijs versterken. Verantwoording van schoolbesturen aan het bestuur van het samenwerkingsverband helpt het swv beter zicht te krijgen op wat er binnen scholen gebeurt en verstevigt de positie van het swv.
Conclusie
Het herziene waarderingskader voor swv’en bevat enerzijds een nadere specificatie op inhoudelijk niveau: de verschillende doelen van passend onderwijs hebben nu elk een eigen standaard, waardoor de inspectie hier gerichter op kan toezien. Anderzijds is er meer samenhang doordat de financiële en kwaliteitsstandaarden zijn samengevoegd in het nieuwe kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambities. Dat betekent dat swv’en bij het formuleren, realiseren en monitoren van hun ambities continu alert moeten zijn op deze aspecten.
Vooruitkijkend ziet Marieke van der Ros een kans om het waarderingskader van scholen en van swv’en nog meer op elkaar af te stemmen, zeker op het gebied van passend onderwijs. Samenwerkingsverbanden hebben er profijt van als schoolbesturen goed laten zien wat zij met de door het swv toegekende ondersteuningsmiddelen doen. Het realiseren van een passende onderwijsplek voor elke leerling is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid van school, schoolbestuur én samenwerkingsverband.
Meer weten?
Heeft u vragen? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.
Naar aanleiding van de gewijzigde onderzoekskaders voor het primair en voortgezet onderwijs publiceerde B&T eerder twee nieuwe whitepapers over intern toezicht op de onderwijskwaliteit in het PO en VO.
1 Inspectie van het onderwijs (februari 2020). Governance bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs.