Nu veel samenwerkingsverbanden de basis op orde hebben, vragen zij zich steeds vaker af wat de effecten zijn van hun beleid. Welke kwaliteit bieden we? Zetten we de middelen effectief in? Hoe kunnen we stappen zetten op weg naar inclusiever onderwijs? Hoe kunnen we het speciaal onderwijs meer betrekken of integreren in het regulier onderwijs? En hoe kunnen we effectiever samenwerken met gemeenten en jeugdhulp?
Deze vragen kunnen aanleiding zijn voor een andere koers of inrichting van het samenwerkingsverband. B&T begeleidt samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en gemeenten bij de verdere ontwikkeling van passend onderwijs in de regio.
Samenwerkingsverbanden zijn complexe organisaties en het is niet altijd duidelijk wat er met de term wordt bedoeld. ‘Het samenwerkingsverband’ is ten eerste de bureau-organisatie met een leidinggevende, medewerkers en commissies die de afgesproken procedures rond ondersteuning uitvoeren. Als scholen, intern begeleiders of zorgcoördinatoren het over ‘het samenwerkingsverband’ hebben, bedoelen ze meestal deze bureau-organisatie.
Maar ‘het samenwerkingsverband’ staat ook voor de organisatie van het hele netwerk van scholen en schoolbesturen die aan het samenwerkingsverband deelnemen. Het gaat dan om het geheel van ondersteuning en expertise van de deelnemende scholen en schoolbesturen. En om de kwaliteit waarmee zij dit netwerk in stand houden en laten werken. De overheid en bestuurders bedoelen vaak dit netwerk als het over ‘het samenwerkingsverband’ gaat.
Bij het ontwerpen van nieuw beleid, het opstellen van een nieuw ondersteuningsplan of de inrichting van kwaliteitsbeleid maakt B&T gebruik van dit onderscheid tussen ‘samenwerkingsverband als bureau’ en ‘samenwerkingsverband als netwerk’. Het helpt om de discussie te voeren en helder te krijgen wie waarvoor verantwoordelijk is en wie waarover verantwoording aflegt.
De kwaliteit die de bureau-organisatie kan leveren en de kwaliteit die deelnemende scholen kunnen bereiken, zijn van elkaar afhankelijk. Hoe beter een school ondersteuning kan verlenen of hoe duidelijker ze kunnen zijn over wat nodig is voor een leerling om beter te leren, des te grondiger het bureau van het samenwerkingsverband de ondersteuning kan organiseren. En hoe sneller het bureau de ondersteuning organiseert, des te beter de school kan werken.
De afspraken en spelregels waarmee scholen en het bureau werken, worden voor het grootste deel bepaald door de besturen in het samenwerkingsverband. Zo zijn de kwaliteit van de bureau-organisatie en de kwaliteit van het netwerk van scholen en schoolbesturen van elkaar afhankelijk. B&T begeleidt samenwerkingsverbanden bij het in kaart brengen van deze situatie en het werkbaar maken van de ingewikkelde processen.
Klik op een button en lees meer. Heb je een andere vraag? Neem dan contact met ons op.