[4] ‘De onderwijssector is te soft’
Deel 4: gesprek met een afdelingsleider
Het is een druilerige woensdagmiddag als ik hartelijk word ontvangen door een afdelingsleider van een middelbare school in het midden van het land. Ze vertelt open en enthousiast over de school, haar functie en de overstap die ze een aantal jaren geleden heeft gemaakt vanuit de medische wereld naar het onderwijs. Ik ben al halverwege mijn beker koffie wanneer ik haar mijn prangende vraag stel: “Is het mogelijk om vertrouwen te beschouwen als principiële keuze, niet afhankelijk van de kwaliteit van de ander maar omdat het past bij een professionele schoolcultuur?”
“Iedereen heeft de intentie om het goed te doen. Dat is mijn uitgangspunt”, antwoordt de afdelingsleider direct en vervolgt: “Ik ga dan ook altijd uit van vertrouwen”. Overtuigend vertelt ze dat op deze manier docenten de ruimte hebben om eigen keuzes te maken en zelf te bepalen wat leerlingen nodig hebben. Maar ook dat ze soms moet ingrijpen. “Natuurlijk is de ruimte die ik geef in zekere zin begrensd. Op basis van signalen van leerlingen, ouders en collega’s en regelmatige lesbezoeken grijp ik in zodra het niet goed gaat. Het is belangrijk om goed zicht te hebben op de situatie, er zit een dunne lijn tussen vertrouwen en verwaarlozing.”
Te soft
Hoewel de afdelingsleider veel betrokkenheid en bevlogenheid uitstraalt, vriendelijk is en zich nog even hartelijk opstelt als tijdens mijn ontvangst, is ze ook duidelijk. “Mijn ervaring in de medische wereld maakt dat ik ook zakelijk en soms hard kan zijn. In het begin schrokken collega’s daar wel van, en soms nog steeds. Maar de onderwijssector is te soft. Zo wordt er maar beperkt gewerkt aan kwaliteitsbewaking, is het nog altijd geoorloofd om als docent de deur van je klaslokaal gesloten te houden en heb je eenmaal een vaste aanstelling dan heb je nog weinig te vrezen. Het zijn kenmerken van de organisatie van het onderwijs die niet bevorderend werken op het vergaren van vertrouwen.”
Rommelen
We praten verder over de vergelijking met de medische wereld, waar artsen vertrouwen krijgen op basis van het aantal succesvolle operaties, de kans op genezing en zware opleidingen bepalen of je bevoegd bent om het vak te mogen uitoefenen. Het staat voorop dat een arts over de juiste competenties beschikt, dat hij of zij bekwaam is en resultaat toont. Hoe zit dat eigenlijk in het onderwijs? “Hoewel ik er voor kies om mijn teamleden het vertrouwen te geven, merk ik ook dat het lastig is. We zitten met elkaar te rommelen. Problemen worden maar zelden open besproken en over de kwaliteit van ons onderwijs wordt geen eerlijk gesprek gevoerd. Docenten, maar ook de schoolleiding en het bestuur, durven zich niet kwetsbaar op te stellen. Met als gevolg dat men krampachtig de controle probeert te bewaren en weinig ruimte geeft aan ieders professionaliteit.” Ons gesprek maakt duidelijk dat ook al beschouw je vertrouwen als principiële keuze, het wel vraagt om de juiste voorwaarden. Ook een principiële keuze is niet vrijblijvend.
Eigen geluid
Volgens de afdelingsleider is een van de voorwaarden dat er meer wordt geluisterd naar docenten. “Het gebeurt te vaak dat nieuwe ideeën worden gepresenteerd door het bestuur en dat pas daarna de docenten worden betrokken. Terwijl we daar juist moeten beginnen! Als je docenten laat brainstormen, dan komen de mooie dingen. Vraag het de mensen in de organisatie die er verstand van hebben, niet degenen die het hoogst in de hiërarchie staan.” Iets anders is het aanzien van docenten. “In de medische wereld worden artsen duidelijk beschouwd als specialisten, zij hebben de oplossing voorhanden. Terwijl het onderwijs een sector is waar iedereen het beter denkt te weten”. Haar boodschap is duidelijk: laat de professionals eens zelf een visie op hun vak ontwikkelen, een eigen geluid horen en ophouden met die volgzaamheid.
Condities
Ik vind het een prettige gedachte dat het mogelijk is om vertrouwen beschouwen als principiële keuze, maar besef na afloop van het gesprek ook dat mijn vraag niet alleen met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden is. Om vertrouwen te kiezen als uitgangspunt, vraag je ook iets van je omgeving en moeten de condities kloppen. Maar hoe doe je dat, de juiste condities scheppen? En hoe zien die er dan eigenlijk uit?