Zomercolumn

Profielschetsen voor leidinggevenden in het onderwijs staan vaak vol met kwaliteiten die de gedroomde kandidaat dient te bezitten. Men zoekt een alleskunner, een ‘held’ zelfs die de boel komt redden. Maar hoe reëel is dat? En moeten we eigenlijk wel gered worden?

De grote stroom vluchtelingenkinderen stelt het Nederlandse onderwijs voor grote uitdagingen. Want hoe geef je nieuwkomersonderwijs het beste vorm? Door goed te kijken naar het reguliere onderwijs, zo bepleit B&T-adviseur Anna Kwekkeboom.

Taakbeleid, basismodel, overlegmodel, professionaliseringsbeleid. B&T-adviseur Pieter Duits ergert zich aan onderwijstaal. Ook breekt hij een lans voor het maken van fouten. Daar leer je immers van. En o ja, organisaties? Die bestaan helemaal niet!

In het onderwijs draait alles om leren, kennisoverdracht, beter worden. Althans, voor de leerling. Maar hoe zit het met de professionele en persoonlijke ontwikkeling van leraren? Is daar wel voldoende aandacht voor?

Het Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs kent geen schriftelijke toetsen of examenbundels. En leerlingen worden getoetst op inzicht en onderzoek-, schrijf- en presentatievaardigheden. Wat kan het Nederlandse onderwijs hiervan leren?

Wat betekent het als je als docent aan de slag gaat als adviseur bij B&T? Een flinke omschakeling. In korte tijd moet je alle bij de onderwijscontext horende gedragspatronen loslaten.

Wie een schoolplein opwandelt, stapt in een andere tijdzone. Geen leraar die weet wanneer het vijfde uur begint. En voorbereidingstijd, normjaartaken, taakuren – daar hebben we het liever helemaal niet over. Als het echt te veel wordt lossen we het op.