Door de coronacrisis is elke dag anders!
"Ik wil het team door de crisis loodsen, stap voor stap"
Mariët Schilperoort werkt via B&T als interim-directeur op twee basisscholen in Noord-Oost Brabant. De coronacrisis heeft voor heel wat veranderingen gezorgd.
“Vlak na de carnaval hadden we al enkele ziekmeldingen van leerkrachten die dezelfde klachten hadden, pas later werd bekend dat de provincie Brabant dankzij de Carnaval de meeste coronabesmettingen had. Toen het bericht van de overheid kwam dat de scholen dicht moesten, was dat voor mij heel spannend. Ik had geen ervaring met het geven van onderwijs op afstand, maar bedacht ik me, dat hoefde ook niet. Belangrijker is dat ik het proces kon leiden en faciliteren. Door de coronacrisis is nu elke dag anders. Waar ik eerst vooral gericht was op de lange termijn, is het nu vooral werken op de korte termijn, ik ben veel aan het pionieren”.
Energiegolf
“Op de maandag nadat de maatregel dat de scholen dicht moesten werd aangekondigd, ontstond er een energiegolf in beide teams; ik realiseerde me dat ik ook niet alles zelf hoefde te kunnen. De versnelde invulling van online lesgeven had niet kunnen gebeuren als er geen coronacrisis was. De leerkrachten reageerden eigenlijk allen heel voortvarend, ze waren heel praktisch en gingen enthousiast aan de slag. Binnen twee dagen gebeurden de mooiste dingen. Zo gingen op maandagochtend collega’s gelijk samen aan de slag, ze verdeelden de taken. Een leerkracht had bijvoorbeeld bij de supermarkt tasjes opgehaald, en diezelfde dag konden de ouders/verzorgers van de kleuters (op verschillende tijden) al een tasje ophalen met taakjes voor de eerste week”.
Leidinggeven
“Er kwam veel energie boven uit het team; de een was wat meer praktisch ingesteld en de ander meer theoretisch. Ik liep er observerend en stimulerend tussendoor en ervaarde dat ik vooral de ruimte moest geven aan de medewerkers, en een faciliterende rol had waarbij ik keek of het goed ging. Ook leerde ik zelf van het improviseren. Na een paar dagen waren de leerkrachten ook minder zelf fysiek op school doordat ze thuis werkten. Ondertussen moesten er nog wel allemaal praktische zaken geregeld worden zoals de noodopvang, roosters, etc.”
Laptops
“De leerlingen hadden lang niet allemaal thuis een laptop beschikbaar, daarom hebben we circa 50 laptops uitgeleend. Dit hebben we al op de derde dag geregeld via een ict-leverancier. Twee leerkrachten gingen dat distribueren, ze hebben contracten gemaakt die de ouders/verzorgers konden tekenen. Op de derde dag na de scholensluiting kon de laptop al opgehaald worden. Het was fijn om te zien dat mensen graag hun mouwen wilden opstropen en aan de slag wilden gaan. Ik heb zelf headsets aangeschaft voor de leerkrachten, zodat de geluidskwaliteit beter is geworden”.
Onderwijskwaliteit
“Kwaliteitsmanagement is ook veranderd door de coronacrisis. De oudertevredenheidspeiling die we hebben gehouden na de eerste week afstandsonderwijs gaf een heel positief beeld. De middentoetsen die in januari zijn afgenomen zijn allemaal geanalyseerd in maart en met de leerkrachten besproken, dat was gelukkig allemaal klaar voordat de school moest sluiten. Nu werd het onderwijs op afstand gebaseerd op de resultaten van de middentoetsen en hebben we gedifferentieerde lespakketten kunnen maken voor de leerlingen. Dit gebeurt zo voor de kernvakken. De toetsresultaten zijn wel anders door het onderwijs op afstand, deze worden nu soms minder goed gemaakt, dat is ook logisch omdat leerlingen dat nu in een soms drukke huiskamer moeten doen. In het team hebben we besproken of de resultaten wel of niet moeten meetellen voor het rapport. De leerkrachten willen vooral dat de leerlingen leren van de gemaakte fouten, die worden besproken met de leerlingen, ze wachten af hoe lang de crisis gaat duren. Eind juni is pas de volgende rapportenronde. De middentoetsen van groep 2 t/m groep 8 waren gelukkig net allemaal uitgevoerd”.
Ziekteverzuim
“Het ziekteverzuim onder de leerkrachten was na de Carnaval wat hoger dan normaal. Nog voordat de scholen dicht gingen, waren met name de oudere medewerkers of medewerkers met een zwakkere gezondheid al heel bezorgd en twijfelend. Ze wilden zo graag les blijven geven en er zijn voor de kinderen, maar ze wilden tegelijkertijd hun andere collega’s niet extra belasten. Het was een lastig dilemma, want ze willen ook gezond blijven. Mijn rol was in eerste instantie hen gerust te stellen en duidelijkheid te bieden, het gevoel te geven dat ze voor de zekerheid toch beter thuis konden blijven, en ik gaf hen taken die ze vanuit huis konden doen, zodat ze zich toch van betekenis voelden.
Bij het maken van keuzes probeerde ik steeds verbinding te maken met de doelen die voor dit jaar geformuleerd waren. Wat betreft het versterken van de competenties van de collega’s op het gebied van ICT zijn de doelen inmiddels ruimschoots gehaald. Meer differentiatie in het aanbod binnen het unitonderwijs bleek ineens een stuk lastiger op te pakken, onderwijs-online wordt al snel klassikaal onderwijs, dat is een valkuil”.
Cito-toets groep 8
“De leerkrachten hebben begin februari al advies uitgebracht aan de ouders en verzorgers. Op basis van dat advies gaan ouders/verzorgers hun kind inschrijven voor de middelbare school. Dat de Cito-toets is komen te vervallen is daardoor geen probleem, omdat het Cito-advies vaak hetzelfde is als het advies van de leerkracht. Er zijn op dit gebied geen problemen, alle ouders/verzorgers zijn geïnformeerd dat de leerkrachten en intern begeleiders er zo mee omgaan”.
Stijl van leidinggeven
“Door de coronacrisis ontstond er een rolwisseling, mijn voorkeurstijl is normaliter managing by walking around’, ik voer op de werkvloer graag door de dag heen korte gesprekjes waarbij ik aansluit bij het goede dat al gebeurt en collega’s bevraag op hun motivatie bij hun handelen. Door de coronacrisis kon dat nauwelijks nog op de werkvloer en deed ik dit via de telefoon of computer. Dat deed mij persoonlijk ook iets, ik moest hier in eerste instantie erg aan wennen.
Maar gaandeweg bleek op-afstand niet afstandelijk, maar juist intensiever en doelgerichter, met name in de telefoongesprekken werd ik directer en persoonlijker, sneller to-the-point. Normaal heb je, als je elkaar in de school spreekt, ook allerlei andere zaken die terloops ter sprake komen. Doordat het gesprek op afspraak telefonisch of via Teams plaatsvond (medewerkers konden kiezen welk systeem ze prettig vonden) was er een directe aanleiding om te bellen, daardoor werd ik doelgerichter en was tegelijkertijd meer coachend bezig. Ik heb bijvoorbeeld heel wat voortgangs- en loopbaangesprekken telefonisch gehouden. Dat kon niet wachten tot na de crisis in verband met aflopende contracten en de formatie voor het nieuwe schooljaar. Juist in deze onzekere tijd vind ik het belangrijk om het formatieplan zo vroeg mogelijk ingevuld te hebben. Medewerkers hebben online hun wensen ingeleverd en dat is besproken tijdens de functioneringsgesprekken. Tijdens de meivakantie kan ik de conceptplanning maken en daarna ter goedkeuring voorleggen aan de MR. Daardoor zullen de collega’s in de tweede helft van mei al weten welke groep en/of taak men krijgt. Dit is men niet gewend, maar juist nu in deze onzekere tijd, wil ik hen steunen door vroegtijdig perspectief te bieden. En ik heb alle leerkrachten een pak stroopwafels (‘Kanjers’) gestuurd, met een brief erbij dat ze kanjers zijn”.
Troost geven
“Een andere rol is dat ik tijdens de crisis ook rouwbegeleider werd, door veel persoonlijk leed van medewerkers. Er zijn bijvoorbeeld collega’s die een familielid of iemand in de vriendenkring verliezen of die een familielid hebben die in isolatie ligt in de laatste levensfase. Ik help mijn medewerkers om met dit verlies en verdriet om te gaan. Sommige, vaak jonge, medewerkers kunnen nu niet werken doordat het verdriet zo groot is. Ik zorg dat ik attent ben, bel regelmatig, help hen met het duiden van wat er gebeurt. Daarnaast geef ik hen de tijd en gelegenheid voor verwerking en help ik deze collega’s met het regelen van meer praktische schoolse zaken.
Wat ik in het begin zo miste, geen persoonlijk contact meer op de werkvloer, heb ik nu weer terug doordat ik de medewerkers veel bel om hen een luisterend oor te bieden en hen persoonlijk perspectief te geven. Op school zijn nog afwisselend enkele collega’s fysiek aanwezig om de noodopvang voor de leerlingen regelen. Ik ben er zelf toch ook af en toe, om te peilen of hoe het gaat”.
Contact met de leerlingen
“De leerkrachten hadden dagelijks contact met hun leerlingen, in elk geval elke ochtend van 9.00 – 12.00 uur waren ze online bereikbaar. Bij de kleuters wordt er minder gecommuniceerd via beeldbellen. Met de oudere leerlingen is elke dag contact via beeldbellen; soms maken ze een quiz of gaan ze samen zingen voor een jarige leerling. Er gebeuren leuke dingen, zoals laatst toen leerlingen van een groep gezamenlijk een kunstwerk gingen maken; een groot schilderij van Picasso werd digitaal in stukken geknipt, al die stukken werden ingekleurd en de foto’s daarvan werden aan elkaar geplakt.
Met de leerkrachten heb ik afgesproken dat ze de online aanwezigheid van de leerlingen bijhouden. Als een leerling te weinig online bij de lessen is geweest, dan wordt de leerling gebeld en anders ondernemen we actie”.
Werk/privé balans
“De eerste drie weken van de crisis heb ik het mentaal wel zwaar gehad en me herhaaldelijk afgevraagd hoe ik het allemaal op de rit kreeg, maar dat is goed gelukt. Ik probeer mijn mobiele telefoon om 19.00 uur uit te zetten zodat ik het werk even kan laten rusten en een wandeling kan maken. Ook het luisteren naar TED Talks en podcasts van filosofen biedt me veel, juist in deze tijd, het helpt me uit te zoomen en niet te worden meegezogen in de waan van de dag”.
Interne communicatie
“Op beide scholen overleggen we nu vaker: elke maandag een officiële online vergadering voor het hele team, van anderhalf uur. Verder overleggen groepjes ook digitaal met elkaar, zoals per unit of de onderbouw of de bovenbouw. Ik zorg dat we goed gebruik maken van wat er vanuit de stichting wordt aangeboden, zoals de online leergemeenschap over onderwijs op afstand en dat we deelnemen aan workshops zodat we daarvan gezamenlijk leren”.
Communicatie met ouders/verzorgers
“We communiceren meer dan voor de crisis, maar anders. De communicatie met ouders/verzorgers is nu frequenter. Er was een nieuwsbrief, die verscheen eens per twee weken. Die was vooral praktisch, maar nu versturen we elke week een bericht naar de ouders. Vaak ook bedoeld als een soort peptalk, bijvoorbeeld om de ouders te bedanken voor hun steun en hulp. We maken met het team leuke filmpjes, we hebben teksten op de ramen geplakt dat we de leerlingen missen. Ik wil vooral perspectief bieden; de integriteit moet overeind blijven, ik wil waken voor sensatie qua berichtgeving”.
Regelwerk
“Er is nu, nog meer dan voor de crisis, veel aanleiding om te sturen op professioneel gedrag. In de eerste week ging men berichten over corona met elkaar in de school-app delen. Daarop heb ik aangegeven dat het belangrijk is dat een eenduidige communicatie plaatsvindt. Relevante informatie deel ik pro-actief, zodat medewerkers elkaar niet gek maken met veronderstellingen. Ik ben alert op berichten die voor twijfel zorgen, ik zorg bijvoorbeeld dat medewerkers zich nog niet druk maken over de volgende stap, als de scholen weer open gaan en leerkrachten onderling anderhalve meter afstand moeten houden. Hiervoor hebben we de officiële berichtgeving afgewacht en daarna direct op bestuursniveau beleid-op-hoofdlijnen ontwikkeld. Dit is al gedeeld met teamleden en ouders/verzorgers, op 1 mei werken we dat met beide teams concreet uit. Van groot belang is om de rust in het team te bewaren, ik wil het team door de crisis loodsen, stap voor stap. Het verdragen van de onzekerheid over de toekomst is voor ons allen nu lastig, focus op mijn opdracht geeft me houvast bij het op koers blijven!”