Geen schoolleider te vinden. Of toch wel?

B&T onderzoekt mogelijk schoolleiderstekort

Kampt het onderwijs met een schoolleiderstekort? Of toch niet?

Steeds meer schoolbesturen hebben moeite om goede schoolleiders te vinden. Er zijn ons geen uitstroomcijfers bekend die bewijzen dat er sprake is van een schoolleiderstekort, maar dat betekent niet dat vacatures eenvoudig te vervullen zijn. Hoe komt dat en wat betekent het? En belangrijker: wat kunnen we er samen aan doen?

Wanneer we kijken naar de cijfers over uitstroom van schoolleiders, dan kunnen we niet anders concluderen dat die alleen een vervangingsbehoefte laten zien: de functies van huidige schoolleiders die met pensioen gaan, moeten worden opgevuld. De leeftijdsopbouw van schoolleiders in het onderwijs is stabiel te noemen: zo’n 50 procent is boven de 55 jaar.[i] Ondanks de alarmbellen die we in onze sector recent vaak horen luiden, is er dus sprake van een reguliere uitstroom van schoolleiders. Dit betekent dat er een aanzienlijk aantal vacatures ingevuld dient te worden. De reguliere vervangingsvraag komt jaarlijks neer op een geprognotiseerde wervingsbehoefte van ruim 600 PO-directeuren en circa 200 VO-schoolleiders.

Grafiek: prognose wervingsbehoefte schoolleiders PO (delta werkgelegenheid plus uitstroom)[ii]

Grafiek: prognose wervingsbehoefte schoolleiders VO (delta werkgelegenheid plus uitstroom)[iii]

Krappe markt

Deze cijfers zeggen nog niet zoveel over de moeite die besturen hebben om vacatures te vervullen. Ook B&T ervaart als bureau voor werving en selectie en interim-management een dunner wordende spoeling van schoolleiders. Wervingsprocedures duren langer dan voorheen omdat de goede kandidaat in de eerste ronde niet wordt gevonden. Bij onze interim-opdrachten zien we dat interimmers wordt gevraagd langer te blijven, omdat een geschikte opvolger lang op zich laat wachten. Het vervangen van directeuren wordt in bijna alle regio’s moeilijker. Uiteindelijk lukt het ons altijd om een geschikte kandidaat te vinden, maar we ervaren in de praktijk dat de markt krapper wordt.

Wat verder opvalt, is dat de doorstroom naar de functie van schoolleider vanuit de eigen organisatie (met slechts 15 procent) beperkt is.[iv] De stap van leraar naar schoolleider is groot, en met het wegvallen van functies als adjunct in het PO en conrector in het VO is er een gat ontstaan tussen schoolleiders die wel en niet eindverantwoordelijk zijn.

Golfbeweging

Ook de zijinstroom is al jarenlang een punt van zorg. Schoolleiders worden vooral geworven binnen de onderwijssector. Hierdoor ontstaat het risico dat schoolbesturen vooral terechtkomen in een onderlinge concurrentiestrijd: de oplossing voor de een vergroot het probleem voor de ander. Als we kijken naar de cijfers over de invulling van vacatures, dan betreft dit bij 60 procent van de benoemingen schoolleiders van elders. Zij laten dus een vacature achter op hun eigen school. Deze golfbeweging herkennen wij ook in ons werk. Wij ervaren eerst een vacaturegolf in het voorjaar, dan in juni en vervolgens in september en oktober. Een uitstroom van 600 directeuren in het primair onderwijs resulteert dus in ruim 350 vervolgvacatures, die vervolgens weer tot 200 vacatures leiden. Het wordt daardoor steeds moeilijker om een geschikte directeur te vinden, simpelweg omdat het aantal directeuren dat van baan wil wisselen steeds kleiner wordt. We zien wel een trend dat directeuren van kleine(re) scholen doorstromen naar grotere scholen of als meerscholendirecteur aan de slag gaan. Juist de ‘moeilijke’ scholen en kleinere scholen krijgen het in dat geval moeilijker. Een soortgelijke rekensom kan worden gemaakt voor schoolleidersvacatures in het voortgezet onderwijs.

Schoolleiders doen ertoe

In tegenstelling tot het beeld dat in een bekende geestige televisiesatire wordt geschetst, bewijst onderzoek dat schoolleiders van wezenlijk belang zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Michael Fullan toont aan dat de schoolleider na de leraar de belangrijkste factor is in het positief beïnvloeden van het leerproces van leerlingen. Hij laat zien hoe schoolleiders het professionele kapitaal van leraren kunnen bevorderen en hierdoor veel kunnen bijdragen aan de motivatie, betrokkenheid en prestaties van leerlingen. De onderwijsinspectie onderzocht de samenhang tussen de kwaliteit van de lessen en de kwaliteit van de schoolleider en concludeerde: hoe beter de schoolleiders, hoe beter die lessen zijn.[v] Ditzelfde onderzoek toont overigens ook aan dat besturen hierbij van belang zijn. Hoe sterker besturen de kwaliteit van scholen bewaken en stimuleren, hoe beter de schoolleiders zijn. Ook de Onderwijsraad stelt dat schoolleiders een cruciale positie in het Nederlandse onderwijssysteem innemen en belangrijk zijn voor de verbetering van de kwaliteit van onderwijs.[vi]  Ook diverse andere onderzoeken laten zien dat we met zekerheid kunnen concluderen dat de schoolleider een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van onderwijs.[vii]

Wat betekent een tekort aan schoolleiders?

Bovenstaande betekent dat wanneer de positie van schoolleider minder goed vervuld wordt, dat een risico oplevert voor de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien heeft het schoolleiderstekort een duidelijke relatie met het veelbesproken lerarentekort:

  • door het groeiende lerarentekort neemt de druk op schoolleiders toe, bijvoorbeeld in perioden van griep waarbij schoolleiders voortdurend onder druk staan om de continuïteit van onderwijs te garanderen;
  • de werkdruk die in het onderwijs als hoog wordt ervaren, groeit bij afwezigheid van (goede) schoolleiders verder, waardoor het beroep van leraar nog minder aantrekkelijk wordt. Een tekort aan goede schoolleiders versterkt daarmee in potentie het lerarentekort;
  • schoolleiders zijn mede bepalend voor het verloop onder leraren.[viii] Zij kunnen ertoe bijdragen dat leraren langer of korter op een school blijven.[ix] Een ‘goede’ schoolleider kiest en behoudt bekwame leraren en zorgt voor verdere professionalisering van leraren.[x] Schoolleiders hebben bovendien invloed op de omvang van het verzuim onder leraren en daarmee op de ‘vervangingsdruk’.

Grofweg twee oplossingsrichtingen

Als de natuurlijke doorstroom niet volstaat en schoolleiders belangrijk zijn, is het van belang om nu creatieve maatregelen te treffen om te zorgen dat je als bestuur schoolleiders houdt en krijgt. Er zijn ruwweg twee smaken: talentvolle mensen van binnen opsporen, interesseren en opleiden, en meer mensen van buiten aanspreken en begeleiden.

Interne doorstroom
Er is duidelijk nog winst te behalen als het gaat om doorstroom. Wanneer scholen meer aandacht besteden aan de doorstroom van bijvoorbeeld een bouwcoördinator naar een directeursfunctie of van een afdelingsleider naar een rectorfunctie, zal dit zeker een gunstig effect hebben. Er zijn bovendien diverse mogelijkheden om ervoor te zorgen dat een jonge directeur goed ‘landt’, bijvoorbeeld door tijdens het volgen van een schoolleidersopleiding coaching ‘on the job’ aan te bieden door een ervaren collega.

Zijinstroom
Hoewel het lijkt alsof de instroom van mensen van buiten het onderwijs beter op gang komt, kan het beroep van schoolleider zeker nog aantrekkelijker worden gemaakt voor ‘buitenstaanders’. Een sterke positionering van zowel de functie als van de sector onderwijs, het schoolleidersregister voor PO en VO en uitgebreidere mogelijkheden voor scholing en professionalisering zullen bijdragen aan een hogere aantrekkingskracht van het beroep van schoolleider voor leidinggevenden uit andere sectoren.

Tegen bestuurders die aangesproken worden op hun lef, eigenzinnige koers en zelfbewustzijn zeggen we: richt je aandacht, creativiteit en dat broodnodige lef op het vinden van schoolleiderstalent. Daarbij hoort ook dat je als bestuurder in durft te gaan tegen het conservatisme van veel schoolteams die vooral vertrouwen hebben in een ervaren man of vrouw met ‘krijt aan de vingers’.

Hoe gaan we nu verder?

Hoewel de uitstroomcijfers niet duiden op het bestaan van een schoolleiderstekort, blijkt het vinden van goede schoolleiders steeds lastiger te worden. We zien hiervoor signalen bij de werving en selectie die B&T zelf verzorgt en bij de interim-vragen die we krijgen. Maar ook andere organisaties zoals de AVS[xi] luiden de alarmbel. Alhoewel niet direct duidelijk is wat hiervan de oorzaak is, moeten we deze signalen zeer serieus nemen. Een (toekomstig) schoolleiderstekort is niet minder erg dan een lerarentekort. Het is niet alleen een probleem voor de school en het bestuur, maar voor onze hele maatschappij.

Voetnoten

[i] DUO Open Onderwijsdata.

[ii] Data over werkgelegenheid en uitstroom van schoolleiders zoals verkregen van CenterData. Een definitie van uitstroom, zoals gehanteerd door CenterData is hier te vinden: https://www.mirrorpedia.nl/uitstroom. Onder directeuren (schoolleiders) verstaat CenterData ook adjunct-directeuren. Voorts meldt CenterData: de inzet van fte directeuren hangt af van het aantal leerlingen. Daarvoor is een verband geschat. Dat verband wordt gehanteerd in de raming.

[iii] Data over werkgelegenheid en uitstroom van schoolleiders zoals verkregen van CenterData. Een definitie van uitstroom, zoals gehanteerd door CenterData is hier te vinden: https://www.mirrorpedia.nl/uitstroom. Onder directeuren (schoolleiders) verstaat CenterData ook adjunct-directeuren. Voorts meldt CenterData: de inzet van fte directeuren hangt af van het aantal leerlingen. Daarvoor is een verband geschat. Dat verband wordt gehanteerd in de raming.

[iv] Arbeidsmarktbarometer 2017-2018, Ecoris en Dialogic in opdracht van het ministerie van OCW, 2018

[v] De kwaliteit van schoolleiders in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs, Inspectie van het Onderwijs 2014

[vi] Een krachtige rol voor schoolleiders, Onderwijsraad, 2018

[vii] Day, Sammons, Hopkins, Leithwood & Kington, 2008; Robinson, Hohepa & Lloyd, 2009

[viii] Herman, Gates, Arifkhanova, Bega, Chavez-Herrerias, Han, e.a., 2017

[ix] Branch, Hanushek & Rivkin, 2012; Grissom, 2011

[x] Loeb, Kalogrides & Beteille, 2012

[xi] Zie bijvoorbeeld: https://www.avs.nl/artikelen/schoolleiders-gezocht

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.