Kwaliteitsbewustzijn in innovatietrajecten
Vernieuwen én de kwaliteit bewaken
Onderwijskwaliteit doet ertoe. En er is altijd wat te verbeteren. Dat mag echter niet ten koste gaan van wat er al is. Toch zien we scholen veel energie in mooie verbeterprojecten investeren en tegelijk de basiskwaliteit uit het oog verliezen. Misschien begrijpelijk, maar niet nodig. In dit artikel beschrijven wij welke situatie zich voor kan doen bij onderwijsinnovaties. Wat betekent kwaliteitsbewustzijn in deze context en hoe kun je het ‘jongleer-effect’ voorkomen?
In kwaliteitstrajecten die B&T begeleidt, merken wij dat het een uitdaging kan zijn om ruimte te creëren voor vernieuwing, zoals de ontwikkeling van flexibele leerroutes, en tegelijkertijd de basiskwaliteit te bewaken. Het eerste vraagt onderzoek en lef om de randen van het wettelijk toezichtkader op te zoeken. Het tweede vraagt aandacht en regelmatige checks of je “de kegels allemaal beheerst opvangt en weer opgooit”. Aandacht hebben voor beide aspecten; dat is wat nodig is en wat ook kan, zoals we laten zien in B&T’s kwaliteitskwadranten.
Het is ook wat de onderwijsinspectie bedoelt als ze benadrukken dat scholen een (basis)taak hebben én bij voorgenomen vernieuwingen vooraf inzichtelijk maken hoe dit bijdraagt aan de onderwijskwaliteit: “Leraren, schoolleiders en schoolbesturen hebben de taak ervoor te zorgen dat de leerling en studenten hun opleiding afronden met voldoende kennis en vaardigheden en hun onderwijs op z’n minst aan de ijkpunten voldoet. En als u als leraar, schoolleider of bestuurder vernieuwingen voorneemt, maak dan tevoren inzichtelijk hoe dat bijdraagt aan de kern van het onderwijs, evalueer daarna, en stel waar nodig bij.” (De Staat van het Onderwijs, 2019)
De leerling
Scholen ontplooien verschillende initiatieven om tot beter onderwijs te komen. Nadenken over en creëren van ruimte om het onderwijs beter te maken geeft energie; het inspireert. Het blijkt echter niet altijd duidelijk te zijn waarom een school of opleiding kiest voor een bepaalde vorm van maatwerk, flexibilisering of profilering. Hoe verwacht wordt dat dit “bijdraagt aan de kern van het onderwijs.” Hoe en op welke wijze de ingezette innovatie de gewenste kwaliteit van het onderwijs verhoogt. En vooral: hoe de leerling er uiteindelijk beter van wordt.
Motivatie die weglekt
In de situatie dat de basiskwaliteit tijdens een (vaak intensief) innovatietraject niet meer op orde is, vragen herstelopdrachten de eerste prioriteit. De ingezette innovaties moeten in de wacht, of worden in een enkel geval helemaal stilgezet. En dat is, op z’n zachtst gezegd, jammer. Niet alleen van de tijd die erin is gestoken, maar vooral van de motivatie en de energie bij de betrokkenen die vervolgens weglekt. Na deze ervaring zullen zij moeilijker ertoe te bewegen zijn om later alsnog de innovatie tot stand te brengen. ‘Ach, dat hebben we al eens geprobeerd,’ kan dan het verlammende commentaar zijn.
Zo kan het ook! – 1
Het Nijendal College wil het onderwijs anders inrichten. Aanleiding: leerlingen doorlopen relatief vlot de onderbouw maar er is verhoudingsgewijs veel afstroom van 4-vwo naar 4-havo. De bovenbouwdocenten klagen over weinig gemotiveerde leerlingen, die op een niveau zitten waar ze niet thuishoren. De onderbouwdocenten vinden dat leerlingen in de bovenbouw wel heel veel voor hun kiezen krijgen. De schoolleiding wil vooral meer maatwerk mogelijk maken. De teamleider bovenbouw vormt een oriëntatiegroep waarin alle betrokkenen zijn vertegenwoordigd. B&T-adviseur Caroline Offerhaus wordt gevraagd de groep te begeleiden.
Beter koers houden
Kwaliteitsbewustzijn is belangrijk in innovatietrajecten. Maar wat is het precies? Een ding is zeker: het is niet ‘iets van het management’. Nee, het is onderdeel van een integrale kwaliteitscultuur. Iedere onderwijsmedewerker dient zich bewust te zijn van zijn of haar bijdrage aan én verantwoordelijkheid voor de kwaliteit op school. Dat vertaalt zich in keuzes om met bepaald gedrag wel of juist niet bij te dragen aan een gemeenschappelijk streven naar kwaliteit. Kwaliteitsbewustzijn bij een innovatietraject draagt bij aan een zorgvuldig verloop van het ontwikkelproces en het bereiken van de geambieerde eigen aspecten van kwaliteit. Ook zorgt het ervoor dat de basiskwaliteit op orde blijft. Zicht op drie aspecten van kwaliteit helpen daarbij:
1. De bestaande onderwijskwaliteit
Waar staan we nu? Hoe scoren we op de basisaspecten? Welke gegevens ondersteunen dit? Hoe kijken anderen daarnaar? Wat doen we nu met deze informatie en wat vraagt dit van ons tijdens het innovatietraject?
2. De gewenste onderwijskwaliteit
Hoe formuleren we ons doel? Wat beloven wij onze leerlingen? Wat zou je merken als we er in zijn geslaagd die ambitie te realiseren? Hoe zouden we onszelf dan op de verschillende aspecten van kwaliteit beoordelen en hoe zouden anderen dit doen? Hoe volgen we de beoogde ontwikkeling in onderwijskwaliteit?
3. De kwaliteit van het innovatieproces
Wat zorgt ervoor dat een innovatietraject succesvol verloopt? Wat zijn bevorderende factoren en hoe kunnen we die informatie benutten om het proces zo goed mogelijk in te richten? Is er bijvoorbeeld sprake van een gedeelde behoefte c.q. urgentie om te innoveren bij zowel de schoolleiding als het team? En hoe staat het met de veranderkracht bij beide? Andere factoren zijn bijvoorbeeld de kwaliteit(scultuur) als het gaat om samenwerken, leiderschap en communicatie.
Je moet daarbij verder gaan dan ‘de kwaliteit kennen’, of ‘weten wat onze ambitie is’. Kun je de verschillende aspecten van onderwijskwaliteit ook vertalen naar concrete, zichtbare, meetbare indicatoren? Indicatoren als ijkpunten van de beoogde ontwikkeling, als toetsstenen van de basiskwaliteit, als ‘richtinggevers’ van het proces dat je met elkaar wilt doorlopen. Het kwaliteitsbewustzijn van iedere onderwijsmedewerker heeft daar baat bij. Het helpt om tot een gemeenschappelijke taal over onderwijskwaliteit te komen: als er kwaliteitsbewustzijn is, dan zie je dat terug in de klas / in de lessen.
Hoe kun je kwaliteitsbewustzijn inzetten?
Door in de aanloopfase naar een innovatietraject deze drie aspecten van kwaliteitsbewustzijn te bespreken, in beeld te brengen en te benoemen in concreet gedrag (van medewerkers, van leerlingen), kun je in ieder geval voorkomen dat de aandacht tijdens het innovatietraject teveel verschuift naar de geambieerde kwaliteit, of naar de voorgestelde inrichting om daar te komen. We zien regelmatig dat alle aandacht, tijd en taal geconcentreerd is rond een nieuwe of andere inrichting van de ruimte, of van de roosters, of van de vakken. Dat vraagt een innovatie ook op bepaalde momenten, maar het moet niet zo zijn dat daarmee de kwaliteit van het onderwijs tijdens het innovatietraject teveel uit beeld verdwijnt. Dit doe je door in de voorbereidende fase de aandacht te richten op indicatoren van de huidige onderwijskwaliteit en die met elkaar te bespreken. Stel daarbij de volgende vragen: Hoe houden we hier goed zicht op? Wat is er nodig om dit aspect goed in beeld te krijgen? Door de monitoring ervan te beleggen in de projectgroep, voorkom je dat je leerlingen tijdens het innovatieproces niet het onderwijs krijgen dat je hen belooft.
Zo kan het ook! – 2
Het Nijendal College gaat aan de slag: De oriëntatiegroep brengt, met de adviseur van B&T, eerst het gezamenlijke verlangen in beeld: Waarom willen we dit? Wat beogen we hiermee en hoe wordt het onderwijs aan onze leerlingen hier beter van? Welke aspecten van onderwijskwaliteit willen we versterken? En hoe gaan we dat dan merken?
De kwaliteitsmedewerker en de teamleiders brengen vervolgens de huidige kwaliteit in kaart. Ze bespreken welke aspecten van de basiskwaliteit op orde zijn en welke aandacht vragen. Ze onderzoeken welke eigen aspecten de school belangrijk vindt, welke norm gehanteerd wordt en hoe deze kwaliteit in beeld gebracht wordt. De kwaliteitsaspecten krijgen een plek op een zogeheten ‘kwaliteitspaneel’, een overzichtstool waarmee de school gedurende het innovatietraject de focus op de besproken kwaliteitsaspecten houdt. Tenslotte onderzoekt de groep de kwaliteitsaspecten van de innovatieroute zelf: Wat zijn verandervoorwaarden die uit eigen ervaring en uit onderzoek om aandacht vragen? Is bijvoorbeeld de behoefte en urgentie om te innoveren bij schoolleiding én team aanwezig? Welke factoren bevorderen een soepel innovatieproces en hoe richten we het proces dan in? En wie gaat zicht houden op de benoemde aspecten van onderwijskwaliteit?
Langzaam worden de contouren van een bestaande en gewenste kwaliteit zichtbaar. Ook is men zich steeds meer bewust van de kwaliteit in het proces zelf. Op basis daarvan besluit de groep om voor de monitoring van de kwaliteit tijdens het innovatietraject een ‘kwaliteitsbewaker’ in de projectgroep aan te wijzen.
‘Jongleer-effect’
In dit artikel hebben we beschreven hoe kwaliteitsbewustzijn in innovatietrajecten de kwaliteit op drie belangrijke aspecten in beeld kan houden: de bestaande en geambieerde onderwijskwaliteit en de kwaliteit van het innovatieproces. Bewust hiermee bezig zijn in de oriëntatiefase van zo’n innovatie voorkomt dat je met het ‘jongleer-effect’ te maken krijgt: met het toevoegen van een extra kegel, valt eén van de andere uit je handen.
Praktische tips
Tot besluit drie tips om de inzichten uit dit artikel toe te passen in je eigen innovatietraject:
1. Breng de gewenste kwaliteit in beeld en beschrijf die in termen van hoe leerlingen er beter van worden. Neem in de oriëntatie naar een innovatie de tijd om goed met elkaar de geambieerde kwaliteit te beschrijven en onderzoek vooraf wat/hoe dit bijdraagt aan de essentie van jullie onderwijs.
2. Ga in gesprek met je onderwijsinspecteur en neem hem/haar mee in je plannen. Motiveer en vraag mee te denken waar mogelijke valkuilen zitten en waar ruimte zit om het onderwijs anders in te richten. Het is niet altijd nodig om éérst de basiskwaliteit volledig op orde te brengen alvorens je verder ontwikkelt. Maar bekijk wel altijd eerst welke standaarden mogelijk aandacht of zelfs herstel vragen.
3. Benoem een kwaliteitsbewaker: een collega die tijdens het innovatietraject de kwaliteit monitort, die contact houdt met de kwaliteitsmedewerker en de schoolleiding en die focust op alle drie de aspecten van kwaliteit.
Zo kan het ook! -3
Het Nijendal College is van start gegaan en heeft besloten de volgende kwaliteitsaspecten scherp in beeld te houden:
Basis
– Kwaliteitscultuur: samenwerken aan professionalisering
– Zicht op begeleiding & ontwikkeling van leerlingen
Ambitie
– Onderwijs vanuit gezamenlijke missie & visie
– Didactisch handelen: gedifferentieerd lesgeven
– Formatieve evaluatie
– Zicht op begeleiding & ontwikkeling van leerlingen via flexibele routes
Proces
– De veranderkracht in het bovenbouwteam
– De kwaliteit in beeld
– Samenwerking van onder- en bovenbouwteam
– Leerlingen en team werken samen
Bij elk van de aspecten heeft de oriëntatiegroep indicatoren besproken: wat geeft ons inzicht in de voortgang van dit aspect? De kwaliteitsbewaker geeft tijdens de voortgangsbesprekingen een beeld van de stand van zaken met behulp van het kwaliteitspaneel. Hiermee kunnen projectleider en -groep tijdens het innovatietraject steeds afwegen welke acties worden ingezet die de kwaliteit van het onderwijs en/of het proces bevorderen.
Meer informatie
Caroline Offerhaus is samen met Erica ter Wee (LinQue Consult) begeleider van de Onderwijssafari Flexibele leerroutes. Dit traject (startdatum 10 december) bestaat uit vier bijeenkomsten. Meer informatie vindt u hier.