Na de crisis het goede behouden en straks meer leerlingen op maat bedienen

De ervaringen van een interim-manager in het speciaal onderwijs

Myra Zweekhorst is interim-manager (via B&T) bij de Professor Groenschool te Amersfoort (onderdeel van de Koninklijke Auris groep). Haar opdracht is een aantal processen op managementniveau tegen het licht houden en daarna een kwaliteitsslag te maken.

Wat heb je tijdens de coronacrisis geleerd over het onderwijs en de rol die digitaal onderwijs kan spelen?

“Het is interessant dat de sector heeft laten zien dat dingen snel kunnen veranderen als er een grote urgentie is. Op het gebied van digitaal onderwijs zijn er veel oplossingen bedacht. Mijn mening is dat er best veel mag veranderen aan het huidige onderwijs. Onderwijs ingedeeld op de leeftijd van het kind is lang niet altijd passend omdat leerlingen soms een ander niveau hebben dan leeftijdsgenoten.
Digitaal onderwijs laat zien dat je lesprogramma’s kunt maken die veel meer bij het kind passen, dat kan ongeacht de leeftijd waarop leerlingen in het primair onderwijs ingedeeld zijn. Adaptieve programma’s laten kinderen leren op het didactische niveau dat ze hebben, niet op het niveau van hun leeftijd. Voor het voortgezet onderwijs geldt bijvoorbeeld dat een vwo-leerling die voor het vak Engels havoniveau heeft, met digitaal onderwijs heel goed een vwo-diploma kan halen met voor één vak havoniveau. Maar goed, het was nu niet onze opdracht om digitaal onderwijs vernieuwend in te zetten. We moesten zorgen dat we digitaal onderwijs mogelijk maakten binnen de bestaande kaders om de lesprogramma’s zo goed mogelijk voort te zetten maar dan met leerkrachten én leerlingen die allemaal thuis werkten.”

Wat zie je als voordelen van digitaal onderwijs?

“Met digitaal onderwijs kunnen leerlingen in hun eigen tempo werken. Met het huidige onderwijssysteem wordt een leerling nauwelijks uitgedaagd om een extra vak te volgen. Als het onderwijs meer wordt aangepast op hun eigen niveau, voelt elk kind zich meer gewaardeerd, krijgt het meer succeservaringen en wordt zijn zelfvertrouwen groter. Het mobieltje dat nu door leerlingen moet worden ingeleverd voordat de les begint, kan ook als tool gebruikt worden voor het onderwijs. Hierdoor zorgt digitaal onderwijs voor de verbinding met de rest van de wereld. Digitaal kan er zoveel meer; de lessen worden levensechter en als vanzelf werk je aan 21st century skills. Die 21st century skills gaan over de huidige tijd, wat is startbekwaam, met welke vaardigheden wil je leerlingen toerusten, leren leren en sociale vaardigheden. Met adaptief, digitaal onderwijs krijg je als docent een andere opdracht, je bent een leerling meer aan het coachen en helpt de leerling bij het onderzoeken en analyseren. Ik vind het van belang dat de 21st century skills geen apart vak worden, maar juist in alle vakken geïntegreerd worden. Met digitaal onderwijs kun je als leerkracht veel gedifferentieerder werken. Leerlingen kunnen hun tempo aanpassen of een extra vak volgen als ze versneld door de leerstof zijn gegaan. Je kunt dan anders naar het curriculum gaan kijken.”

Waar ga je in de toekomst mee door? Wat behoud je van voor de crisis?

“Ik werk als interim-manager op een school voor speciaal onderwijs. We zijn tijdens de lockdown vooral bezig geweest om onderwijs op afstand te kunnen (laten) geven. Nu hebben we de opdracht om per 11 mei open te gaan. Digitaal onderwijs raakt dan qua mogelijkheden wat meer op de achtergrond, we richten ons nu op de  logistieke aspecten die bij de RIVM-richtlijnen horen. Gesprekken over de toekomst van het onderwijs hebben dan wat minder urgentie. We komen nu minder toe aan de vraag wat we van de crisis geleerd hebben op het gebied van digitaal onderwijs en hoe we daarmee verder gaan.
Heropening op 11 mei lijkt meer terug naar het oude maar dan met plexiglas-schermen, looplijnen, handschoenen en handgel. Goed onderwijs zou ook anders ingericht kunnen worden, bijv. met meer flexibele tijden. Vijf uur achter elkaar in de klas per dag is voor sommige kinderen veel. Met digitaal onderwijs kun je een andere dagindeling maken, maar dan spelen andere factoren mee, zoals de opvang van leerlingen op niet-lesmomenten. Voor dit soort veranderingen is een langere adem nodig, omdat het onderwijs te maken heeft met allerlei afspraken per sector, verschillende CAO’s, andere opleidingen, dat soort zaken. Het kind zou wat meer centraal kunnen staan i.p.v. de randvoorwaarden. Maar het gesprek hierover speelt al langer, niet alleen sinds de lockdown.”

Wat blijven jullie straks gebruiken van wat jullie hebben toegepast tijdens de lockdown?

“We hebben vooral veel ruimte geboden en praktische vragen beantwoord. Enkele (oudere) collega’s vonden het digitaal lesgeven wel spannend, het was mooi om te zien dat collega’s elkaar gingen helpen en lieten zien hoe het moest. Nu zijn collega’s best enthousiast over de mogelijkheden van digitaal lesgeven. Graag help ik hen door te faciliteren en te ondersteunen. Ik ben er alert op om soms aan de rem te trekken. Bijvoorbeeld door aan te geven dat wanneer leerkrachten ’s avonds met ouders bellen, ze deze tijd op een ander moment compenseren. Ik vind het belangrijk om mijn team te beschermen, de medewerkers zijn je kapitaal, dus als team moeten we goed voor elkaar zorgen.”

Hoe bleef je zelf overeind tijdens deze bijzondere periode?

“Om zelf voldoende energie te houden zorgde ik ervoor dat ik niet in het weekend werkte. Het scheelde dat ik geen reistijd meer had. Ik kon daardoor de dag fris beginnen door eerst even te sporten.”

Wat verwacht je dat blijvend gaat veranderen in het onderwijs en wat betekent dat voor de scholen?

“De noodzaak van veranderen moet er echt zijn, je moet niet veranderen om het veranderen. Zeker in het speciaal onderwijs is contact heel erg belangrijk. Ook bij leerlingen die goed overweg bleken te kunnen met onderwijs op afstand, moet je als leerkracht blijven inzetten op wat de leerling daarnaast nodig heeft. Onderwijs is meer dan alleen de inhoud. In het speciaal onderwijs staat de vraag wat een kind nodig heeft nog meer op de voorgrond. Ik hoop na de crisis dat we het goede van het digitale onderwijs kunnen behouden en daardoor straks leerlingen nog meer op maat kunnen bedienen. Kinderen passen niet in bedachte hokjes, elk kind is uniek. Er is in het onderwijs nog meer maatwerk nodig, zodat we de verschillen tussen de leerlingen kunnen benutten en een term als talentontwikkeling niet gratuit wordt.”

 

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.