Over schoolleiderschap, of de kunst van het beïnvloeden van leren
Een aanzet tot een nieuwe visie op het vak van de schoolleider
Schoolleiders zijn er in vele soorten en maten. ‘Dé schoolleider’ bestaat niet. Toch is het interessant om te onderzoeken wat er over de schoolleider in algemene zin te zeggen is. Kunnen we generieke criteria formuleren waaraan elke schoolleider moet voldoen? Een actuele vraag, die een sector-brede discussie aanzwengelt. Dat is zinvol. Tegelijk constateren we dat dergelijke discussies vaak resulteren in compromis-stukken en dat de spreekwoordelijke lat voor nagenoeg niemand echt (te) hoog ligt. Wat er is beschreven is vast en zeker correct, maar weinig inspirerend. Jammer, want het schoolleiderschap is van doorslaggevend belang voor de kwaliteit van het onderwijs, zo ondervinden wij dagelijks in ons werk. Vandaar deze aanzet voor een nieuwe visie op schoolleiderschap. Een eerste stap in een boeiende zoektocht.
We draaien er niet omheen: wij houden van schoolleiders. Schoolleiders vormen het gros van ons klantenbestand. Bovendien, sommigen van onze collega’s zijn (of waren) zelf schoolleider. Dat betekent dat er in ons bureau veel kennis en opvattingen over het schoolleiderschap aanwezig zijn. De eerste acties om de B&T-kijk op schoolleiderschap te ontwikkelen, begonnen dan ook bij onszelf. Hiervan doen we in dit artikel vast kort verslag, maar houdt ons in de gaten. Er volgt zeker meer! Hierbij alvast de uitnodiging om ook aan dit debat deel te nemen.
Kunst
Schoolleiders geven leiding aan een school, een deel van een school, of aan een groep van scholen. En in scholen draait het om leren. De essentie van leiderschap is in wezen gelegen in het actief beïnvloeden van anderen, met een doel. In een koekjesfabriek is die beïnvloeding gericht op het bakken van de beste koekjes, in een voetbalclub op zo goed mogelijk voetballen en in scholen op zo goed mogelijk leren. Een leider is hiervoor verantwoordelijk en doorslaggevend. Dus: schoolleiderschap is de kunst van het beïnvloeden van leren.
Algemene schoonheid
Een kunst? Ja, wij vinden van wel. Er bestaat niet zoiets als ‘de algemene theorie van schoolleiderschap’, die altijd waar en voorspellend is. Je kunt het leren, maar voor diegenen met passende talenten gaat het een stuk makkelijker. Iedereen heeft zijn of haar eigen stijl, maar er is ook zoiets als ‘algemene schoonheid’. Er kan eindeloos gediscussieerd worden over de vraag wat schoolleiderschap is, zonder echt tot een antwoord te komen. Tegelijkertijd hebben we er allemaal een opvatting over. Opvattingenen die tevens een afspiegeling zijn van de tijdsgeest. Dus ja, een echte kunst.
Ambigu
Lekker ambigu, zult u wel denken. Dat is het wellicht ook, maar een aantal zaken kunnen we wel degelijk zeggen.
1. Leiding geven is een individuele activiteit.
Leiding geven doe je aan anderen, of geeft iemand aan jou. Het moet van je geaccepteerd worden en het moet je gegund worden. De effecten van goed leiderschap worden zichtbaar in relatie tot anderen en in het primaire proces. Men zegt wel dat leiderschap tussen mensen zit. Dat klopt. Maar in wezen is het een individuele activiteit. Jij bent de schoolleider, als individu, met eigen deskundigheden in een bepaalde rol. Vanuit die rol beïnvloed je de interactie met anderen. Dat kun je leren. Wanneer anderen in beweging komen, geïnspireerd raken of zich ontwikkelen is dat een (van de) effect(en) van goed leiderschap.
2. Schoolleiders bevinden zich op alle niveaus in de organisatie.
Bestuurders, schooldirecteuren en teamleiders: allen schoolleiders in onze definitie. Hun schoolleiderschap kent veel gemene delers, maar ook eigen invullingen en kenmerken. Hoe hoger in de boom je komt, hoe groter de complexiteit en de verantwoordelijkheid. In de top draait het erom het potentieel van het gehele systeem te vergroten. Op lagere niveaus gaat het erom het maximale uit een bestaand (deel)systeem te halen.
3. De context schept de opdracht aan de schoolleider.
Schoolleiders hebben altijd een bepaalde opdracht. Die moet helder zijn, want de opdracht is medebepalend voor wat je als schoolleider gaat doen. Een opdracht van iedere schoolleiders is uiteraard: zorgen voor goed onderwijs ten behoeve van alle leerlingen. En dan gaat het om meer dan uitsluitend goede toetsresultaten. Denk aan Gert Biesta. Naast deze generieke opdracht is ook de context – de school, haar omgeving én de mensen die er werken – bepalend voor de opdracht van de schoolleider. We onderscheiden dan ook vier soorten algemene opdrachten: stabiliseren, verbeteren, veranderen en vernieuwen. Deze opdrachten worden mede bepaald door de context en doen een beroep op verschillende capaciteiten.
4. Goede schoolleiders doen vergelijkbare dingen.
Excellente schoolleiders, succesvolle schoolleiders, goede schoolleiders. Er zijn vele woorden voor. We bedoelen: schoolleiders die het ‘beter’ doen dan anderen. Hoe goed je het doet, is uiteraard deels contextafhankelijk. Een schoolleider kan het in de ene situatie goed doen, in een andere minder. Maar de context is niet de belangrijkste factor. Wij onderzoeken wat maakt dat een schoolleider het – ongeacht de context – ‘beter doet’. Niet met het doel een functieprofiel of vinklijstje met eigenschappen of competenties te maken, maar wel om te ontdekken welk gedrag effectief is en welke eigenschappen daarbij horen. Dit beschrijven we graag in eenvoudige bewoordingen. Wat vinden wij een goede schoolleider? Nou, iemand die ‘er is’, iemand die ‘het snapt’ en iemand die ‘durft’.
5. De dagelijkse praktijk zit vol dilemma’s.
Geef je ruimte of neem je ruimte? Spreek je aan of laat je gaan? Breek je een regel of leef je hem na? Maak je een afspraak of geef je een opdracht? Hierop zijn geen eenvoudige antwoorden te geven. In de ene situatie doe je het een, in de andere het ander. Dat is de kunst. De kunst van goed schoolleiderschap. Er is immers geen antwoord dat altijd juist is.