Professionaliseringsimpuls op sectorniveau
Op weg naar een beroepsstandaard en schoolleidersregister voor het VO
Voor veel beroepen wordt de kwaliteit bewaakt doordat van overheidswege diploma-eisen zijn gesteld. Zo niet voor schoolleiders in het voortgezet onderwijs. In theorie kan iedereen schoolleider worden. “Een beroepsstandaard is daarom gewenst. Niet zozeer omdat OCW dit belangrijk vindt, maar omdat het een middel is voor schoolleiders om hun professionele ruimte af te bakenen en om een positieve impuls te geven aan de professionalisering en kwaliteit van de sector”, aldus B&T-adviseur Hans van Willegen, projectleider voor de beroepsstandaard en het schoolleidersregister bij de VO-Academie.
Met een beroepsstandaard – ook wel: professionele standaard – wordt de professionele autonomie van een beroepsgroep, in dit geval de schoolleiders, geregeld. “Eigenlijk staat hierin wat er van een schoolleider wordt verwacht”, licht Hans van Willegen toe. De schoolleiders bepalen de inhoud van de beroepsstandaard zelf en committeren zich daaraan bij registratie in het schoolleidersregister.
BEROEPSSTANDAARD: DE VIER ELEMENTEN
De beroepsstandaard voor schoolleiders beschrijft wie er tot de beroepsgroep behoren, over welke competenties en bekwaamheden ze moeten beschikken en aan welke gedragsregels (professionele normen) ze zich moeten houden. De competenties, bekwaamheden en normen vormen de basis voor de ontwikkeling van een schoolleidersregister. Door registratie in dat register kunnen schoolleiders hun kwaliteiten tonen en hun bekwaamheden bijhouden.
Is dat nou nodig?
Toen Hans van Willegen in juni 2013 als projectleider bij de VO-Academie begon, bestond er bij veel schoolleiders scepsis over het schoolleidersregister. ““Moet dat nou wel? Is dat echt nodig? Waarom zou ik me inschrijven in een schoolleidersregister?” Hans’ eerste opdracht lag dan ook in het terugdringen van de weerstand door mensen ervan te overtuigen dat een beroepsstandaard en register de professionele ruimte van schoolleiders positief beïnvloeden. “Schoolleiders hebben in hun omgeving met vele partijen te maken. De minister, de werkgever, ouders, leerlingen, collega’s… Allemaal beperken ze in zekere zin de professionele ruimte van schoolleiders. Zij willen immers van alles. Als een schoolleider in dat krachtenveld kan terugvallen op een duidelijk gedefinieerde beroepsstandaard, kan hij zijn professionele ruimte beter bewaken.”
Wat levert het op?
Schoolleiders herkennen dat. “Ik denk dat ze inderdaad een gebrek aan professionele ruimte ervaren”, zegt Hans. “Na een veldraadpleging in mei 2014 was hun aanbeveling dan ook om met het schoolleidersregister door te gaan.” Alleen het proces ernaartoe levert de beroepsgroep al veel op, meent Hans. “Het is belangrijk om met elkaar hierover het gesprek te voeren. ‘Wat vinden wij dat wij moeten kunnen?’ Bovendien helpt de beroepsstandaard de schoolleiders om de zaag scherp te houden. ‘Voldoe ik nog wel?’ En ten derde: als schoolleider heb je een voorbeeldfunctie. Dus als je je mensen steeds vertelt dat ze moeten blijven professionaliseren, kun je als schoolleider natuurlijk zelf niet achterblijven.”
Het schoolleidersregister is nadrukkelijk een middel om de professionalisering te versterken, beklemtoont Hans. “Het is geen doel op zich. De waarde ervan wordt pas bewezen op het moment dat daarmee werkelijk de professionalisering op gang wordt gebracht en wordt versterkt. Het is belangrijk dat we daar samen goed op letten. De primaire verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de schoolleiders zelf en bij hun werkgevers. Iedereen heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid.”
Wie zijn de schoolleiders?
Nu is ‘schoolleiders’ een ruim en wat vaag begrip. Over wie hebben we het eigenlijk? “Behoren bestuurders ook tot de beroepsgroep? En stafdirecteuren? Een hoofd personeelszaken? Teamleiders?” Een heldere afbakening is van belang. In de beroepsstandaard wordt de volgende definitie gehanteerd: “De schoolleider is een functionaris die een integrale verantwoordelijkheid heeft in een onderwijsorganisatie.” Gelet op de definitie horen de volgende functionarissen zeker tot de beroepsgroep:
- rectoren/conrectoren/directeuren/adjunct-directeuren en leden van centrale directies (conform WVO art. 32&34);
- schoolleiders met een aanstelling in een directieschaal (meestal salarisschaal 12 t/m 16).
De volgende functionarissen horen niet vanzelfsprekend tot de beroepsgroep, hoewel ze in sommige contexten wel als schoolleider te typeren zijn:
- directeur-bestuurders;
- leraren met een leidinggevende taak en een aanstelling in bijvoorbeeld een LD-salarisschaal;
- leidinggevenden verantwoordelijk voor niet aan onderwijs gerelateerde zaken.
Wat is hun rol in het proces?
De beroepsstandaard is tot stand gebracht in nauwe samenwerking met de schoolleiders zelf. Daarnaast zijn er ook bestuurders en inhoudsdeskundigen bij betrokken geweest. “Alles wat we doen, doen we zo veel mogelijk samen met de schoolleiders”, vertelt Hans van Willegen. “Draagvlak is heel belangrijk. Anders dan bijvoorbeeld in het primair onderwijs zijn schoolleiders in het VO niet verplicht zich in te schrijven in het register. Het invoeringsproces is daarom gericht op het realiseren van groeiend eigenaarschap bij schoolleiders in het VO. Waar wij aan werken is dat de beroepsgroep in het VO zélf zegt dat ze het belangrijk vindt en zich daarom wil inschrijven.” Om draagvlak te creëren en input te verkrijgen zijn de afgelopen periode verschillende middelen ingezet. “Natuurlijk zijn schoolleiders wel kritisch, maar in grote lijnen zijn ze positief over de ontwikkelingen. Komend jaar willen we vooral stimuleren dat schoolleiders met elkaar in gesprek gaan over de kwaliteit van hun beroep. De VO-academie zal hiervoor een flink aantal (vaak regionale) activiteiten organiseren. De primaire focus daarbij is de professionele ontwikkeling van schoolleiders.”
Wat is de status?
Het Schoolleidersplatform speelt als vertegenwoordigend orgaan een belangrijke rol. Deze maand heeft dit platform positief geadviseerd over de beroepsstandaard en eind deze maand wordt de algemene ledenvergadering van de VO-raad uitgenodigd de beroepsstandaard vast te stellen. Als dat is gebeurd, wordt de inhoudelijke opzet van het schoolleidersregister ter hand genomen. “Dan gaan we aan de slag met de vraag wat we met deze set aan competenties en bekwaamheden kunnen doen. Heel relevant is dan de vraag hoe we kunnen zien dat iemand aan de eisen voldoet.” Naar verwachting is komende zomer duidelijk hoe het schoolleidersregister wordt opgebouwd.
Unieke klus
Het projectleiderschap bij de VO-Academie boeit Hans enorm. “Het is een unieke klus die best veel teweeg kan brengen. Heel wat anders dan de adviesopdrachten die ik normaal voor B&T doe. Hoewel professionalisering binnen het werk van B&T natuurlijk ook een heel belangrijk thema is. Het is spannend om hiermee nu op sectorniveau bezig te zijn.” Hoewel Hans ook nu de lijnen met het veld kort houdt. “Ik spreek tientallen schoolleiders. Dat zijn heel mooie gesprekken. Die gaan over de passie waarmee ze werken en de moeilijke omstandigheden waaronder ze toch telkens weer het beste van hun werk maken. Ik leer van hen heel veel over de sector.”