Slim kwaliteitsdenken tijdens de intelligente lockdown
Hoe vind je een nieuwe balans in kwaliteitsdenken?
In 2017 schreef onze collega Tijmen Bolk (zie bron 1) dat er een zucht van verlichting ging door onderwijsland, het tij keerde. De nauwe focus op rendementsdenken verminderde en er kwam ruimte voor de andere waarden van ons onderwijs. Regelmatig dook Biesta op in deze context met de termen: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Belangrijke aandachtsgebieden van het onderwijs die minder meetbaar zijn en niet of veel minder in verband worden gebracht met rendement.
De afgelopen weken hebben we alles wat in het onderwijs een vanzelfsprekendheid was, wat ons houvast en zekerheid gaf (al was het soms een schijnzekerheid) los moeten laten. Het schoolgebouw, de klaslokalen, les door een leraar voor de klas, het lesrooster, de eindtoets, het eindexamen etc. (Boonstra, 2020, zie bron 2). De focus leek van de bredere blik op onderwijskwaliteit naar een nauwere focus op het onderdeel kwalificatie terug te gaan. Ouders, in het basisonderwijs, kregen bijvoorbeeld de einddoelen toegestuurd van de betreffende groep van hun zoon of dochter. Docenten op middelbare scholen keken hoe zij leerlingen klaar konden stomen voor de resterende schoolexamens op afstand. Het onderwijsprogramma moet tenslotte doorgaan, dat was de gedachte op veel scholen. Woorden als onderwijsachterstanden, kansenongelijkheid en lesprogramma’s leken opeens meer aanwezig dan de periode ervoor. Wellicht een logische reflex op de situatie, maar ook een reactie terug in de tijd. Gelukkig ontstonden na de eerste weken al de tegengeluiden; moesten we ook niet stilstaan bij de beleving en de ontwikkeling van leerlingen in het bredere perspectief? Hoe kom je eigenlijk tot leren en welke rol speelt de school hierin? Zo ontstond opnieuw de zoektocht naar de bredere definitie van onderwijskwaliteit anno nu.
De kwaliteitskwadranten
Hoe vind je een nieuwe balans in kwaliteitsdenken? Hoe voorkom je dat de eerste reflex terug naar de nauwe focus op rendementsdenken blijvend bestaat? Of dat je jezelf als school verliest in alle ontwikkelingen? De B&T kwaliteitskwadranten (zie bron 3) bieden een denkkader dat juist in deze tijd houvast kan bieden in het denken over kwaliteit.
Onderwijs heeft enerzijds te maken met in control zijn: monitoring van, verbetering van en verantwoording over de basiskwaliteit. Anderzijds is er de ontwikkelkant: de kant van leren en innoveren. Onderwijs gaat over het collectief en het individu. Een organisatie heeft als geheel een kracht en een ambitie of strategie. Maar het zijn de mensen in de organisatie die die kracht en ambitie in de praktijk brengen. En die mensen hebben ook ieder hun eigen talent en ambitie. Hoe verbind je de verschillende werelden? Hoe benut je de belangen van beide? Zonder de een dominant over de ander te laten zijn. En op zo’n manier dat de belangen – die op onderdelen gelijkgericht zijn, maar op andere onderdelen mogelijk tegengesteld – elkaar verdragen en versterken.
De juiste organisatie en systemen
Voor het op orde hebben en houden van de basiskwaliteit is het nodig om te beschikken over de juiste organisatie én systemen die de juiste data bevatten. Iets wat de afgelopen periode ingewikkeld was. Doordat de scholen zo snel moesten, en wilden, ontwikkelen en innoveren leek hier weinig tijd voor te zijn. Ze gingen van start en moesten door, voor stilstaan en reflecteren was niet altijd tijd. Jos van Elderen en Joost Janssen (2020) geven in hun artikel aan dat het van belang is dat het interne toezicht ook tijdens de coronatijd actief blijft. Zij geven zelfs aan dat dit juist tijdens de coronatijd dient te gebeuren. Hierbij moet de interne toezichthouder zijn intensiteit van het toezicht situationeel blijven afstemmen op de mate van zorg die hij heeft over de kwaliteit. En op de mate van in control zijn van het bestuur in deze omstandigheden. Een vraag om verantwoording, doet de school de goede dingen? Doet de school die dingen goed? Hoe weet de school dat? Vinden anderen dat ook? En wat doet de school met die wetenschap?
De vraag om verantwoording, de snelle ontwikkelingen en de wens om ook daadwerkelijk de juiste dingen te doen, maken het wellicht heel logisch dat scholen teruggaan naar het originele bestaansrecht; het aanbieden van kennis en kunde. Dat is immers wat ze al heel lang kennen en goed kunnen.
Leidinggeven aan onderwijskwaliteit anno nu
Leidinggeven aan onderwijskwaliteit tijdens corona gaat over leidinggeven aan alle vier de kwadranten. Dat inrichten, uitvoeren, inhoud geven en voorleven, is echter geen eenvoudige opgave. Zowel de kant van control, daar waar op dit moment de systemen, heldere dashboards en analysemodellen ontbreken, als de ontwikkelkant vragen om aandacht. Nieuwe inzichten over hoe leerlingen leren, de plek van de school, de verschillende rollen van de leerkracht, de docent of de mentor en de relatie met ouders verandert.
Jitske Kramer (2020) geeft aan dat niks betekenis heeft van zichzelf, we moeten er zelf betekenis aan geven. De huidige situatie is de kans om dit te doen. De afgelopen jaren vond de verantwoording van het onderwijs van buiten naar binnen plaats, met een grote afstand tussen beleid en praktijk. Terugdenkend aan de zucht van verlichting die in 2017 door onderwijsland leek te gaan, concluderen we nu dat weinig gebeurd lijkt te zijn waarbij het tij echt gekeerd is. Dat maakt nu het uitgelezen moment om ook het nieuwe ‘normaal’ rondom onderwijskwaliteit uit te gaan vinden. Hoe brengen we de controlkant en de ontwikkelkant met elkaar in balans? Hoe geven we deze beide zijden daadwerkelijk vorm. Dit vraagt, helemaal nu, om meer nuance. Onderwijs is complex en het antwoord is dan ook niet zomaar gevonden.
De principes van de ontwikkelkant
Beide kanten van de kwaliteitskwadranten, control en ontwikkelen, vragen een andere benadering. Dé beste benadering bestaat echter niet, al helemaal niet voor de ontwikkelkant. Wel kunnen we de reeds bestaande principes herdefiniëren die houvast bieden bij het zoeken naar een eigen wijze van leidinggeven aan onderwijskwaliteit in coronatijd, maar natuurlijk ook daarbuiten. De principes helpen om mensen te betrekken en te verbinden, collectieve wijsheid aan te boren, beweging te stimuleren of te faciliteren en nieuwe wijsheid te vergaren. Zaken die dit op dit moment van groot belang zijn.
We hanteren hierbij de volgende principes:
Aan de controlkant | Aan de ontwikkelkant |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze principes hebben als doel de kwaliteit echt verder te brengen, door te experimenteren, evalueren en reflecteren en steeds opnieuw koers te bepalen. We lopen de principes één voor één langs.
Weten wat kan werken
Door de vele vernieuwingen weten we niet zeker wat op dit moment werkt en effectief is. Dit kan onzeker maken, maar ook ruimte bieden om te experimenteren. Benut informatie van andere scholen, schoolleiders of zelfs andere landen als inspiratie. Neem het niet klakkeloos over, maar stel jezelf (en het team) de vraag; wat spreekt ons aan? Hoe draagt dit bij aan het leren van onze leerlingen?
Weet wat werkt
Het onderwijsgeven op afstand geeft tegelijkertijd al allerlei nieuwe (wetenschappelijke) inzichten waar we ons voordeel mee kunnen doen. We krijgen een steeds scherper beeld van wat werkt en ook wat niet blijkt te werken. Dit is een uitgelezen moment om bekende werkwijzen onder de loep te nemen. Wat blijkt ook nu goed te werken en willen we graag behouden? En wat draagt onvoldoende bij en kunnen we achter ons laten?
Focus op het positieve
Uit onderzoek weten we dat een positieve focus vaak meer oplevert dan een negatieve. Toch zijn we in de praktijk snel geneigd te kijken naar de problemen, de onderwijsachterstanden en de kansenongelijkheid bijvoorbeeld. Door andere vragen te stellen kun je voortbouwen op de sterke kanten van de huidige situatie. Welke mooie dingen gebeuren er op school? Welke aandacht krijgt dit? Wat is er nodig om dit verder te laten groeien?
Focus op negatieve afwijkingen
Hoe bewaak je de basiskwaliteit als de indicatoren hiervoor niet meer werken of herijkt moeten worden. Van het meten van sociale veiligheid op school naar het meten van de sociale veiligheid in gezinnen? Hoe worden de onderwijsresultaten gemonitord die grotendeels door ouders gerealiseerd dienen te worden? En wat zeggen deze resultaten over de didactische aanpak van school? Welke basiskwaliteit wil je als school nastreven? En hoe kan je een nieuwe vorm van monitoring ontwikkelen die ook na heropening van de scholen helpt om de basiskwaliteit te waarborgen?
Dialoog stuurt
Het voeren van een professionele dialoog vraagt om andere vaardigheden van medewerkers dan een ‘gewoon gesprek’. Het is niet vanzelfsprekend en vergt bereidwilligheid van alle gesprekspartners om tot een resultaat te komen. Veel gesprekken gaan op dit moment over de praktische organisatie van het onderwijs op afstand. Wat zou er gebeuren als je een dialoog aankondigt over wat jullie aan de leerlingen beloven?
Kaders sturen
Onzekerheid vergroot vaak de roep om kaders en afbakening van verantwoordelijkheden en taken. De een gedijt bij een grote autonomie en eigen verantwoordelijkheid, de ander raakt erdoor in verwarring, bevriest of verschanst zich. Het helpt om de speelruimte aan te geven: dit gaan we doen, en dit ook niet. Welke regels en afspraken doen er nu echt toe en dienen prioriteit te krijgen? Welke regels en afspraken zijn daadwerkelijk kaders, welke richtlijnen en welke suggesties?
Zet in op mensen
De beste investering op dit moment (maar eigenlijk altijd) is een investering in je mensen. Vraag niet enkel naar wat je iemand ziet doen of hoort zeggen, maar besteed aandacht aan de achterliggende opvattingen. Wat maakt dat dit belangrijk voor jou is? Vanuit welke drijfveren zijn mensen actief? Succesvolle organisaties werken en communiceren vanuit een duidelijke ambitie: ze weten waarom ze iets doen (de drijfveer), hoe ze het willen doen en wat de benodigde acties zijn. De huidige situatie vroeg om veel acties en de vraag over het hoe. Wat zou veranderen aan de huidige situatie wanneer de (nieuwe) collectieve drijfveer met elkaar bepaald wordt?
Zet in op systemen
Meer dan ooit merken we dat systemen een functie hebben. De snelheid waarmee het op veel plekken gelukt is bestaande systemen in te zetten voor goed onderwijs op afstand leert ons iets over onze innovatiekracht. De problemen die we daarbij tegenkwamen ook. Wat van deze opgedane kennis en vaardigheden nemen we mee naar de toekomst? Welke nieuwe data hebben we tot onze beschikking gekregen en hoe duiden we deze? Welke nieuwe inzichten levert ons dit op?
Geen klant maar partner
Ouders en leerlingen in het onderwijs zijn geen consument, maar producent. Juist op dit moment bepalen hun inzet en betrokkenheid mede de opbrengsten. Zo bezien zijn zij een partner in het proces van onderwijs. Wat wil je weten van een partner? Wat heeft hij nodig om bij te dragen? Hoe kun je elkaars kracht benutten en wat verwacht hij van jou? Luister echt naar elkaar, dan zal vaak blijken dat er al snel kleine stappen zijn die grote verschillen maken.
Heldere informatievoorziening
Een goede communicatiestructuur helpt op het moment dat de geëigende kanalen (een praatje bij de voordeur, een kringgesprek, mentoruur of een ouderavond) niet meer werken zoals we gewend waren. In veel tevredenheidsonderzoeken blijkt communicatie onderling in teams en tussen school en ouders een terugkerend aandachtspunt. Afspraken over communicatie kunnen onderlinge verwachtingen verhelderen. Welke communicatievorm past bij de doelgroep van de school? Wat vraagt dit inhoudelijk voor de vormgeving van de boodschap? Wie communiceert op welke momenten met wie? Welke communicatie hebben wij intern nodig om ons werk goed te kunnen doen?
Durf te doen
De huidige situatie is een grote proeftuin. We constateerden al eerder dat we niet exact weten wat werkt. Veel scholen vermoeden wel wat werkt en pakken dit in de praktijk aan. Hoeveel ruimte krijgen jouw medewerkers om te experimenten? Welke vragen stel je hen over deze experimenten in de praktijk? Welke faalmarge gun je jezelf en elkaar om tot werkelijk nieuwe en betere inzichten te komen?
Elke dag een beetje beter
Er worden momenteel grote en kleine stappen gezet op een terrein dat deels onbekend is. Door opmerkzaam te zijn op kleine veranderingen, successen en mislukkingen lukt het om het elke dag beter te doen dan de dag daarvoor. Het zichtbaar maken van deze stapsgewijze vooruitgang biedt hoop en geeft de mogelijkheid op elk moment bij te sturen en de werkwijze aan te passen. Welke evaluatiemomenten hebben jullie met elkaar ingebouwd? Hoe blijven jullie uit de waan van de dag? Hoe houden jullie zicht op noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen?
Onderzoek als interventie
Onderzoek bevestigt, verrast zo nu en dan en leidt alleen al op zichzelf tot verandering, bijvoorbeeld doordat het mensen aanzet tot denken. Op dit moment bevindt iedereen zich (ongemerkt) in een actiegericht onderzoek. Een oplossingsgerichte vorm van onderzoek, waarin iedereen participeert, gericht op de successen. Wie en wat hebben jullie nodig om dit onderzoek te laten slagen?
Onderzoek als waarheidsvinding
We nemen soms te weinig tijd om onze eigen hypothesen en aannames te testen of kritisch te bezien. Wat er op dit moment verlangd wordt van het onderwijs vraagt enerzijds om snelle actie en daadkracht, tegelijkertijd is het nodig af en toe stil te staan bij de vraag: ‘is dat wel zo?’ Wie kan als kritische partner meehelpen om de juiste vragen te blijven stellen en de beschikbare onderzoeksresultaten/ data te analyseren? Hoe houden we observatie, interpretatie en oordeel goed gescheiden?
Willen weten = meten
Veel onderzoek richt zich op het vergaren van gegevens. Dat is vaak wel belangrijk, om bijvoorbeeld de ontwikkeling van leerlingen te monitoren, maar niet het doel van onderzoek op zich. Effectief onderzoek levert primair een bijdrage aan de verandering die je wilt realiseren. Wat wil je weten wanneer leerlingen weer op school komen? Hoeveel kennis ze wel of niet hebben opgedaan? Hoe ze zich voelen? Wat ze geleerd hebben waar je wellicht nog niet aan hebt gedacht? Hoe beter je weet wat je wilt, hoe effectiever je kunt meten. Dat maakt dat iedereen de nut en noodzaak van het onderzoek ervaart. En misschien zelfs leuk vindt, omdat men zo benieuwd is naar de uitkomsten. Die wil je immers weten!
Meten = weten
Waar we het eerder al hadden over nieuwe inzichten en systemen om de basiskwaliteit te monitoren en te sturen, geldt voor dit principe ook: welke nieuwe inzichten helpen om met een koel hoofd, vanuit observaties, de juiste analyse en beslissingen te nemen. Wat kan er gemeten worden en waartoe, wat is minder belangrijk op dit moment? Wat wordt planmatig gevolgd en gemeten? Draagt deze data op dit moment ook daadwerkelijk bij aan het versterken van de basiskwaliteit van het onderwijs?
Balanceren is complex
Vormgeven van onderwijskwaliteit in coronatijd is niet gemakkelijk. Het vraagt om het zoeken naar een nieuwe balans met veel ruimte voor het nieuwe en behoud of het herinrichten van de basiskwaliteit. Tijd, aandacht en vooral heel veel vragen stellen kunnen helpen om deze balans met elkaar te vinden.
Bronnen
- Tijmen Bolk (2017) het boek De geest uit de fles, B&T
- Claire Boonstra (2020), LinkedIn bericht van 19 april 2020
- B&T (2013), boek Kwaliteitszorg heeft een geest