Strengere regels voor bemensing examencommissies mbo
“Mbo-medewerkers die willen meediscussiëren, moeten de kaders kennen”
Minister Bussemaker van OCW wil de kwaliteit van de examens in het mbo verhogen. Daarom legde ze een wetsvoorstel voor aan de Raad van State, waarin onder andere een aantal aangescherpte regels voor de bemensing van de examencommissies staan. Het gaat om regels die de onafhankelijkheid en integriteit van de examencommissies zouden moeten bevorderen. Maar bij velen deden ze de wenkbrauwen fronsen. Onderwijsadviseurs Jeanette Toeter en Theo Brouwers, die zelf ook zitting hebben in een of meer examencommissies, geven een toelichting en plaatsen kanttekeningen.
Een paar dingen weten we al van het wetsvoorstel. Er staat bijvoorbeeld in dat er altijd een docent en een extern lid in de examencommissies van de mbo’s moeten zitten. Andere bepalingen uit de wet worden bekend als Bussemaker het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer stuurt. Dat zal naar verwachting medio maart 2016 gebeuren. Waarschijnlijk gaat de wet begin 2017 in. De mbo’s krijgen voldoende tijd om de nieuwe regels te implementeren in hun organisatie.
Ophef over InHolland
Het wetsvoorstel heeft bij velen de wenkbrauwen doen fronsen. Toeter: “In het mbo bestaan twijfels over de noodzaak van aanvullende wetgeving. Is deze nog echt nodig? Mbo’s realiseren zich dat een diploma altijd onomstreden moet zijn. Daarom zoeken ze naar manieren om de examinering en diplomering onafhankelijker te maken, ook als het gaat om de positionering van de examencommissie. De ophef over InHolland heeft dat alleen maar verder aangewakkerd. De mbo’s zijn dus al goed bezig.”
Brouwers knikt. “De discussie over de examinering laaide vrijwel meteen na InHolland op, ook in het mbo. En ze gaat nog steeds door. Dat komt niet alleen omdat het onderwerp examinering zo prominent in het nieuws is geweest. Maar ook omdat de examencommissies weten dat ze in de komende jaren waarschijnlijk bezoek krijgen van de inspectie. Die zal scherp letten op onafhankelijkheid en integriteit.”
Examenlicentie kwijt
“De inspectie heeft dit jaar de meeste onvoldoendes uitgedeeld aan mbo’s waar deze zaken nog niet waren geregeld”, vervolgt Brouwers. “Dat komt dus nog wel degelijk voor. De gevolgen kunnen ernstig zijn. De inspectie geeft een slecht scorende school eerst de kans om de zaken op orde te brengen. Krijgt de school bij de volgende inspectie weer een onvoldoende? Dan bestaat het risico dat ze examenlicenties kwijtraakt.”
Sommige buitenstaanders vragen zich af waarom mbo’s nog zo intens discussiëren over de examencommissies. Ze weten toch dat er binnenkort een aangescherpte wet komt waarin ze precies kunnen nakijken waar examencommissies aan moeten voldoen? Brouwers: “Zo simpel ligt het niet. Mbo’s krijgen namelijk ruimte om de wet te interpreteren. Ze kunnen er hun eigen invulling aan geven. Dat vind ik juist het leuke. De enige voorwaarde is dat ze binnen de grenzen blijven die worden aangegeven in de beleidskaders. Daarom is het belangrijk dat mbo-medewerkers die willen meediscussiëren, die kaders kennen.”
Internetconsultatie
De betrokkenheid van het mbo heeft overigens geleid tot wijzigingen in het wetsvoorstel. Afgelopen zomer konden mbo’s tijdens een internetconsultatie reageren op de plannen van Bussemaker. Toeter: “Ze hebben daar volop gebruik van gemaakt. Een aantal suggesties waren voor het ministerie van OCW aanleiding om het wetsvoorstel aan te passen.”
Wie bedoelt de minister?
“Laat ik een voorbeeld geven”, zegt Toeter. “In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond dat medewerkers die financiële verantwoordelijkheid dragen binnen een mbo, geen lid mogen worden van een examencommissie. Daar ontstond discussie over, want wie bedoelde de wetgever daarmee? Waren dat de medewerkers die direct over het geld gaan? Of bedoelde ze ook de medewerkers die indirect financiële verantwoordelijkheid dragen? Neem een opleidingsmanager. Als deze in de examencommissie zit, kan hij erop aandringen om een student een extra kans toe te kennen of de cesuur van de examens naar beneden bij te stellen, omdat ongediplomeerd uitstromen slecht is voor de resultaten. Mag een mbo hem benoemen in een examencommissie? Daar bestond geen volledige duidelijkheid over. Naar aanleiding van de internetconsultatie is dat punt opgehelderd. De wet biedt ruimte aan medewerkers en managers die geen directe financiële verantwoordelijkheid dragen, om zitting te nemen in een examencommissie. Voorwaarde is wel dat er regels komen die belangenverstrengeling voorkomen.”
Theo wijst erop dat leden van het college van bestuur in geen geval lid van een examencommissie mogen zijn, omdat zij direct over de centen gaan. “Dat geldt niet alleen voor decentrale uitvoerende eindexamencommissies, maar ook voor centrale kaderstellende examencommissies.”
Integriteitskwestie
Brouwers vindt dit een interessant thema. “Het gaat erom dat leden van examencommissies met indirecte financiële verantwoordelijkheid onafhankelijk kunnen handelen. Je kunt daar verschillend over denken. De MBO-raad ziet dit als een integriteitskwestie, maar daar ben ik het niet mee eens. Leden van examencommissies realiseren zich bij ieder besluit wat de praktische gevolgen voor hun school zijn. Dat is een natuurlijke reflex. Maar ze proberen desondanks integer te zijn en beslissingen te nemen op zuiver onderwijskundige gronden.”
Op de agenda van de Leergang kwaliteitszorg mbo
Toeter en Brouwers zijn bij B&T inzetbaar als deskundigen tijdens kwaliteitstrajecten in het mbo. Daarnaast zijn ze als hoofddocent verbonden aan de nieuwe Leergang kwaliteitszorg mbo van B&T.
Tijdens de Leergang kwaliteitszorg mbo staan drie doelstellingen centraal:
1. Verwerven en/of onderhouden van basiskennis van kwaliteitszorgmodellen en beleidskaders mbo.
2. Vergroten van uw vaardigheid om onderzoeksgegevens te analyseren op school-, team- en/of opleidingsniveau.
3. Uitbreiden van uw keuzemogelijkheden aan effectieve interventies.
Examinering komt in deze leergang uiteraard ook aan de orde. Brouwers: “Hoewel examinering slechts een onderdeel van de lesstof is, hebben we zeker aandacht voor dit onderwerp. We gaan in op de taken, samenstelling, waarderingskaders en kwaliteitsportretten van de examencommissies. En we geven aan hoe zwaar deze meewegen. Zo reiken we de deelnemers gereedschap aan waarmee ze hun eigen visie kunnen ontwikkelen en een adviserende rol kunnen spelen als het over examencommissies gaat.”