Tweefasen-vwo biedt leerlingen kansen
Vwo en havo in één
Tweefasen-vwo is een vwo-leerroute waarin een havocurriculum is ingebouwd. De leerlingen kunnen, op weg naar het vwo-examen, in het vijfde leerjaar een havodiploma halen. Dat biedt belangrijke voordelen, voor scholen maar vooral voor leerlingen.
De leerroute Tweefasen-vwo start in leerjaar 4 en wordt zowel gevolgd door leerlingen die in de onderbouw op vwo-niveau waren ingeschreven als door leerlingen die een havo- of zelfs een mavo/havo-achtergrond hebben. De eerste scholen startten in 2014-2015 en inmiddels hebben enkele tientallen leerlingen de leerroute succesvol afgesloten. Op dit moment bieden zeven scholen verspreid over het land de leerroute aan; drie scholen gaan dit vanaf augustus 2019 doen.
Veiligheidsklep
Titus Al is projectleider van Tweefasen-vwo. Hij bewaakt namens de deelnemende scholen de kwaliteit en onderhoudt contacten met het ministerie van Onderwijs en Inspectie. Hij vindt vooral de voordelen voor leerlingen erg belangrijk, vertelt hij: “Neem een leerling die het vwo aankan, maar in de onderbouw niet zo goed was in talen en daardoor naar de havo is gegaan. Die leerling kan hiermee toch in de reguliere tijd een vwo-diploma halen. Hij heeft bovendien een soort veiligheidsklep, want hij kan in de vijfde klas afzwaaien met een havodiploma.”
De differentiatie die scholen voor Tweefasen-vwo ontwikkelen in de bovenbouw, levert volgens Al ‘gewoon beter onderwijs’ op: “Ik bezoek klassen, praat met deelnemende schoolleiders en docenten en zie elke keer dat de lessen beter zijn. De leerlingen zijn actief en docenten denken goed na over wie welke uitleg moet hebben.” Dit betekent dat Tweefasen-vwo ook voor de betere vwo-leerlingen goed is, want ook zij profiteren van de differentiatie die wordt aangeboden en hoeven niet alles klassikaal te volgen. Het is lastig om scholen hiervan te overtuigen, merkt Al. “Omdat er nog niet heel veel scholen zijn die Tweefasen-vwo aanbieden is er beperkt ‘hard’ bewijs voor het succes. Maar de ervaring leert dat de groep die doorgaat naar 6-vwo zeer gemotiveerd is en ook al bekend is met het overgrote deel van de leerstof. Je kunt dan echt de verdieping in.”
Minder afstroom
Scholen kunnen dankzij Tweefasen-vwo bij relatief kleine leerlingaantallen een vwo met kwaliteit in stand houden. Maar er zijn meer voordelen voor scholen. Al: “Op een van de scholen hebben vijf leerlingen die ooit waren binnengekomen met een mavo/havo-advies, in zes jaar tijd glansrijk een vwo-diploma gehaald. Dat is voor het bovenbouwsucces van die school natuurlijk geweldig, naast het feit dat die leerlingen anders waarschijnlijk nooit een vwo-diploma zouden hebben gehaald. Ook maatschappelijk mag je dat een succes noemen.”
Een ander voordeel heeft te maken met de afstroom van leerlingen van 4- en 5-vwo naar de havo. “Dat is slecht voor leerlingen, voor de school en voor het Inspectieoordeel. Afstromen hoeft binnen Tweefasen-vwo niet; leerlingen kunnen gewoon op het vwo blijven. De ervaring leert dat het in de vijfde wel goed komt als ze de fase van ‘een beetje lanterfanten’ achter zich hebben laten. En ze kunnen dan altijd eerst het havo-examen doen.” Dit laatste punt weegt zwaar op scholen, weet Al: “We hebben relatief lage rendementen in het vwo in Nederland. En als een kind afstroomt, stapelen de problemen zich vaak op. Een leerling krijgt dan bijvoorbeeld gedragsproblemen omdat hij eigenlijk te goed is. Dat hoeft allemaal niet meer, hij kan gewoon in zijn eigen klas blijven.”
Eigen curriculum
Een school die de Tweefasen-vwo-leerroute wil gaan aanbieden, maakt daarvoor zelf een op maat geschreven programma, waarbij het havo-curriculum in dat van het vwo wordt ingebouwd. De school maakt daarvoor gebruik van de ervaringen van scholen die dit al eerder hebben gedaan. De eerste groep scholen heeft de kernprogramma’s gebruikt die de Stichting Leerplan Ontwikkeling heeft ontwikkeld en is bij het ontwerpen door SLO ondersteund.
Bas de Koning, projectleider van Tweefasen-vwo bij Open Schoolgemeenschap Bijlmer, vertelt dat zijn school de havo-leerroute inmiddels helemaal heeft geïntegreerd in het vwo. “We zijn nu net weer in gesprek met leerlingen uit 5-vwo of zij tussendoor een havo-diploma willen halen. Ze volgen straks een aangepast traject maar blijven gewoon in 5-vwo.”
Ingewikkeld en interessant
Het inpassen van het havo-curriculum in de vwo-leerroute was een hoop gedoe, aldus De Koning: “Wij hebben het proces als ingewikkeld én heel interessant ervaren. Samen met een aantal andere scholen hebben we gepuzzeld hoe we het programma zo konden inrichten dat alle havo-stof is afgerond op het moment dat een leerling besluit havo-examen te doen. Dat is soms lastig, want bij wiskunde en aardrijkskunde wijkt de examenstof van de havo bijvoorbeeld vrij veel af van die van het vwo. Maar het heeft ons ook veel gebracht. Docenten hebben bijvoorbeeld veel meer kennis van het curriculum.”
De grootste winst is echter voor de leerlingen, vertelt De Koning: “Wij geven leerlingen graag kansen. Inmiddels is dat vaak een probleem omdat je daar als school op afgerekend kunt worden. Met ons Tweefasen-vwo kunnen we vwo-leerlingen met potentie toch het voordeel van de twijfel geven. Bovendien kunnen havo-leerlingen met een diploma in één keer door naar 6-vwo. Er zijn bij ons nu veel meer routes mogelijk voor leerlingen en we kunnen meer maatwerk bieden.”
Stabiel
Titus Al zal de functie van projectleider langzaam gaan afbouwen. Sinds najaar 2018 ontwikkelt hij het project verder in samenwerking met B&T. Een belangrijke reden is dat de begeleiding te veel wordt voor één persoon. “Onder invloed van de maatschappelijke discussie over onderwijs op maat en het maatwerkdiploma zouden er best snel meer scholen bij kunnen komen. Dan is begeleiding en coördinatie door een bureau veel stabieler en toekomstbestendiger”, aldus Al. Hij wijst er ook op dat de adviseurs van B&T bij veel scholen komen en dat zij een grote groep scholen kunnen attenderen op Tweefasen-vwo: “Ik word nu pas gebeld als een school al nadenkt over dit specifieke project.”