Van papier naar resultaat
Atlas College geeft kwaliteitsonderzoek betekenis
Hoe vertaal je de resultaten van kwaliteitsonderzoeken effectief naar beleid? Het gebeurt nogal eens: een periodiek onderzoek mondt uit in een prachtige rapportage die vervolgens in de kast verdwijnt. Een maand na het onderzoek weten nog weinigen wat de uitkomsten waren. Zonde. Want als je erin slaagt de uitkomsten van onderzoek te delen, als je daaraan acties kunt verbinden en als je daar weer draagvlak voor kunt krijgen, is onderzoek zo veel meer waard! Het Atlas College slaagde daarin.
Het Atlas College, een stichting van vijf VO-scholen, in Hoorn, Medemblik en Edam, timmert aan de weg als het gaat om de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs en de medewerkers. De ontwikkeling van een professionele leergemeenschap is een van de speerpunten. Het doel is dat de professionals die in de Atlasscholen werken hun leerlingen het goede voorbeeld geven door zich continu te ontwikkelen en veel van en met elkaar te leren. Een regiegroep ‘professionele leergemeenschap’ heeft hierin het voortouw. Een van de eerste stappen die de regiegroep zette bestond uit een uitgebreid medewerkertevredenheidsonderzoek. Met de uitkomsten kan het Atlas College de professionele cultuur verder vormgeven, meent Peter Snoek, locatiedirecteur van OSG West-Friesland in Hoorn en voorzitter van de regiegroep. “Aan de hand van de uitkomsten kunnen we nog concreter verkennen wat we precies onder bepaalde zaken verstaan. Een professionele cultuur is inmiddels een containerbegrip aan het worden. Op de OSG hebben wij een duidelijke koers en visie om de professionele ruimte vorm te geven in de vorm van eigenaarschap. Hier is de afgelopen jaren hard aan gewerkt in het kader van de positionering van collega’s.” Het tevredenheidsonderzoek bestond uit vragen over werkomstandigheden, bedrijfsvoering en aansturing en werd afgenomen onder locatiedirecteuren, teamleiders, docenten, onderwijsondersteuners en medewerkers van het Atlas Service Centrum.
Vervolgstappen
Om locatiedirecteuren en teams actief te betrekken bij de analyse van de resultaten en de formulering van vervolgstappen – een nadrukkelijke wens van de regiegroep – werd de analysefase opgedeeld in drie stappen.
1. Een analyse, rapportage en presentatie op bestuursniveau
Er werd een brede blik geworpen op de onderzoeksopbrengsten en de resultaten van doelgroepen en locaties werden vergeleken. De voorzitter van het college van bestuur, Hans Verschoor, en de leden van de kerndirectie formuleerden de belangrijkste thema’s voor de stichting.
2. Een workshop voor de locatiedirecteuren
Een aantal teamleiders en MR-leden koppelde de opbrengsten van hun locatie aan de schooldoelen. Op basis daarvan formuleerden ze de belangrijkste thema’s voor de school .
3. Een bijeenkomst op locatie
De locatiedirecteur besprak met het team de belangrijkste successen en aandachtspunten. Gezamenlijk inventariseerden ze welke vervolgstappen ze gingen zetten.
Leren van en met elkaar
Deze aanpak leidt tot een resultaatanalyse op alle niveaus. “Het proces van verwerking en de wijze waarop dit is vormgegeven is al een voorbeeld van leren van en met elkaar”, zegt Hans Verschoor. Volgens hem heeft dat een groot voordeel: “Op die manier faciliteren we de decentrale bespreking, zowel wat betreft planning als begeleiding. Daarnaast biedt het de mogelijkheid decentrale bevindingen decentraal te vertalen in conclusies en acties en om tegelijk wat gemeenschappelijk is ook centraal te beleggen.”
Paul van den Berg, projectmanager bij het Atlas college, is ook enthousiast. “De waarde van de driedeling is in de eerste plaats dat er diepgaander wordt ‘gestoeid’ met de opbrengsten uit het onderzoek. Ten tweede bevordert de drietrap dat er gedwongen moet worden nagedacht over de derde trap: wat, hoe, waar, wanneer en hoe wordt met de respondenten gecommuniceerd. Ten derde heeft de drietrap waarde omdat hij is ingebed in een proces dat moet leiden tot een plan van aanpak voor een verbetertraject. Een vierde voordeel is ten slotte dat er – in het geval van meerdere locaties – ook wordt ingezoomd op verschillen tussen locaties en verklaringen daarvoor.”
De opbrengsten
Natuurlijk, een onderzoek heeft onderzoeksresultaten. Een opbrengst op zich. Peter Snoek beschouwt de resultaten als “een erkenning van de ingezette koers op de locatie, waarbij veel tijd is geïnvesteerd in personeelsbeleid. Als management zijn wij blij dat de effecten daarvan zichtbaar zijn.” Hij verwijst naar de onderzoeksresultaten op het gebied van werkbeleving, betrokkenheid en verantwoordelijkheden. Maar er is meer, vindt hij. “Daarnaast bieden de uitkomsten ook input voor het gesprek binnen de school, waar nog verbeteringen en ontwikkelingen gerealiseerd kunnen worden.”
Paul van den Berg ziet vooral winst in de manier waarop het tevredenheidsonderzoek zaken geconcretiseerd heeft: “Onderdeel van een professionele cultuur is zelfreflectie. Het onderzoek brengt mensen van papieren uitslagen naar nadenken over de wijze waarop zij leven en werken en over wat er aangepakt kan worden om het werkplezier en (dus) het resultaat te verhogen.”
Aanrader
Martine Fuite en Nienke Pol, beiden van B&T, begeleidden het traject. “Adequaat, prettig, deskundig en toegankelijk”, noemt Hans Verschoor de begeleiding. Nienke en Martine stelden de vragenlijsten op, ondersteunden bij de afname en begeleidden alle bijeenkomsten. Vooral de wijze waarop zij het proces structureerden en de analyse aanpakten en de handvatten die zij boden voor een effectieve bespreking van de resultaten met het personeel vond Peter Snoek heel waardevol. Paul van den Berg waardeert vooral dat Martine en Nienke goed doorvroegen op de doelen en het proces. “Vanuit een onafhankelijke rol kun je dit kritischer en neutraler doen. Door de positieve expert-rol hebben Martine en Nienke echt bijgedragen aan het totale resultaat.”
Een tevredenheidsonderzoek in deze vorm is dus een aanrader voor elke school? Peter Snoek zou het andere scholen zeker aanraden, maar wél onder een voorwaarde: “Dat zou ik zeker, als de betreffende school er ook klaar voor is om met de uitkomsten aan de gang te gaan.”
Vragenlijsten
Voor het tevredenheidsonderzoek stelden Nienke Pol en Martine Fuite vragenlijsten op die goed aansloten bij de ambities van het Atlas College en de ontwikkeling van medewerkers en die hun werkbeleving centraal stelden. Waar mogelijk maakten ze een koppeling met de Kwaliteitsvragenlijst VO (nu: Qschool) van B&T, zodat bij de resultatenanalyse ook de uitgebreide benchmark van dit instrument kon worden gebruikt. Voor het Atlas College was benchmarken overigens niet het belangrijkste doel. Het ontwikkelen van een goed instrument, dat aansloot op de specifieke wensen van de stichting en de mogelijkheid bood om het onderzoek periodiek, cyclisch af te nemen, stond voorop.
Meer weten? Bezoek dan deze pagina over Qschool.