Werken aan onderwijskwaliteit én leiderschap
‘Kwaliteitszorg is een gedeelde verantwoordelijkheid geworden’
Wat begon als ondersteuning van de kwaliteitszorgmedewerker mondde uit in een management development traject voor het hele MT van Stichting Alterius. Met aandacht voor kwaliteitsontwikkeling én hoe je daar leiding aan geeft. “Het heeft tot veel meer samenhang geleid in de manier waarop we naar kwaliteitszorg kijken.”
Stichting Alterius in Zuid-Limburg verzorgt onderwijs voor kinderen en jongeren met ernstige opvoedkundige problemen en/of psychiatrische problematiek. B&T-adviseur Nienke Pol was samen met collega Marieke Reuter verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van het management development traject (MD-traject). “Voor ons was direct duidelijk dat het over meer moest gaan dan kwaliteitszorg alleen. In de praktijk zien we namelijk dat onderwijskwaliteit en onderwijskundig leiderschap hand in hand gaan. Het is belangrijk om met elkaar zicht te krijgen op het ‘wat’, de kwaliteit. Maar het ‘hoe’ is daar direct aan gekoppeld. Hoe stuur je op kwaliteitsontwikkeling, in alle lagen van de organisatie, en welke leiderschapsvaardigheden zijn daarvoor nodig?”
Onderwijskundig leiderschap
De gecombineerde aandacht voor kwaliteitszorg en leiderschap paste goed bij de doelen die Alterius vooraf voor ogen had. Aldus Joris Verhoeckx, die ten tijde van het traject bovenschools interim-directeur was. “Natuurlijk wilden we meer kennis opdoen over de kwaliteitsstandaarden uit het inspectiekader. En leren hoe we die kennis in de praktijk kunnen brengen en kunnen vertalen naar doelstellingen voor de jaarplannen. Het verzamelen van data over de onderwijskwaliteit gebeurde wel, maar breed daarnaar kijken en afvragen wat het voor ons betekent en voor onze ambities – dat is een belangrijke stap geweest in de doorontwikkeling. Daarnaast ging het nadrukkelijk ook om meer kennis en vaardigheden op het vlak van onderwijskundig leiderschap. Om te leren hoe je beter kunt sturen op de ontwikkeling van onderwijskwaliteit.”
Zichtbare impact
Verhoeckx, ook nu nog actief bij Alterius als interim-teamleider VSO bovenbouw, gaat verder: “Een doel was ook om je directe omgeving bij het traject te betrekken. Dus om het geleerde niet voor jezelf te houden, maar het juist te verspreiden. Dit onder het motto ‘zichtbare impact hebben’. Wat ik daarvan terugzie, is dat we elkaar nu veel meer vragen stellen: wat betekent dit voor mijn handelen, wat betekent het voor het handelen van mijn collega, hoe kunnen we dit samen oppakken, hoe houden we elkaar scherp? Dat vind ik mooi om te zien. Zichtbaar impact hebben is volgens mij best goed gelukt.”
Verbeterplan
Terwijl het MD-traject liep, deed een externe partij een audit om zicht te krijgen op de onderwijskwaliteit bij Stichting Alterius. “De uitkomsten van die audit hebben we gebruikt om nog meer focus in het traject aan te brengen”, zegt Nienke Pol. “En we zijn concreet aan de slag gegaan met het verbeterplan dat voortkwam uit die audit.” Verhoeckx: “Door de externe audit te koppelen aan het traject met B&T werden het leren en de dagelijkse praktijk met elkaar verbonden. Dat was heel helpend.”
Theorie en praktijk
Die combinatie, of beter continue afwisseling van theorie en praktijk was een rode draad in het programma. “We hebben de deelnemers allerlei tools, theorieën en modellen aangereikt om te kijken naar de kwaliteitsstandaarden en hoe je daarop kunt sturen”, zegt Nienke Pol. “Dan ging het bijvoorbeeld over het herkennen en doorbreken van niet-helpende patronen in het team en de onderlinge samenwerking, over rollen en taken in het sturen op kwaliteit, of over de piramide van strategische ontwikkeling. We hebben daarbij steeds de link gelegd met de dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld door praktijkcases te betrekken en de uitkomsten van de externe audit.”
Volgens Joris Verhoeckx heeft dit goed gewerkt. “We kregen oefeningen om met de theorie aan de slag te gaan. En we werden steeds uitgenodigd om het geleerde uit te proberen in de praktijk. Daar kwamen de begeleiders dan ook weer op terug: hoe is het bevallen, wat is wel goed gegaan en wat juist niet? Dat was heel leerzaam.”
Meer samenhang
In het traject was continu aandacht voor zowel het ‘wat’ (onderwijskwaliteit op zich) als het ‘hoe’ (hoe stuur je op onderwijskwaliteit, hoe geef je leiding aan kwaliteitszorg). Deze aanpak heeft op verschillende niveaus voor verandering gezorgd, aldus Verhoeckx. “Op het niveau van de stichting heeft het tot veel meer samenhang geleid in de manier waarop we naar kwaliteitszorg kijken. Dat vind ik een heel mooie opbrengst. Op de scholen wordt nu anders omgegaan met het verzamelen en interpreteren van data. En met hoe je op basis daarvan ambities formuleert, als leidinggevende en als team. Ik denk ook dat het voor de individuele deelnemer een leereffect heeft gehad. Ik heb in ieder geval mensen zien groeien op dit onderwerp.”
Gedeelde verantwoordelijkheid
Als opbrengst noemt Verhoeckx ook dat er meer duidelijkheid is ontstaan over wie wat doet als het gaat om kwaliteitszorg. “Als je het heel zwart-wit stelt, dan komen we uit een situatie waarin de kwaliteitszorgmedewerker zich min of meer alleen verantwoordelijk voelde voor de kwaliteitszorg en de teamleiders voor hun onderdeel. Nu handelen we veel meer vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid en heeft de kwaliteitszorgmedewerker meer een ondersteunende rol gekregen. In de praktijk betekent dit dat we samen, als team naar de verzamelde data kijken en op basis daarvan ambities formuleren. Dat vind ik een heel mooie verandering, want die gedeelde verantwoordelijkheid wordt ook echt zo gevoeld.”
Ambitieuzer
Nu het traject is afgerond, rijst de vraag of het daarmee ook klaar is. Nienke Pol: “Het is in mijn ogen een succesvol project geweest, maar het is niet af. We hebben kennis aangereikt en we hebben Alterius geholpen meer focus aan te brengen en samen een richting te bepalen. Ook hebben we natuurlijk aandacht besteed aan de persoonlijke leervragen van de deelnemers, vooral op het vlak van leiderschap en sturen op kwaliteit. Met dit alles hebben we een goede basis gelegd, waar zij zelf op verder kunnen bouwen.”
Joris Verhoeckx: “Als je alleen naar de doelstellingen kijkt dan is het wel af, want die zijn behaald. Maar er is altijd nog werk te doen, kwaliteitsontwikkeling stopt nooit. Ik vind dat we naar de toekomst toe ambitieuzer mogen zijn. We moeten verder gaan dan de normen van de inspectie. Eigen, hoge ambities formuleren – dat moet onderdeel van ons DNA worden.”
Groot hart
Tot slot: hoe kijken beide betrokkenen terug op het MD-traject? “Heel positief”, zegt Nienke Pol. “Dat had veel te maken met de betrokkenheid van de deelnemers; ze waren heel leergierig. Ik reisde altijd met plezier naar Limburg, omdat de mensen van Alterius een heel groot hart hebben voor het speciaal onderwijs.”
“Los van de kennis die ze meenemen, vind ik Nienke en Marieke heel prettig om mee samen te werken”, aldus Joris Verhoeckx. “Dat is veel waard. Maar het hele traject was voor mij waardevol. Ik heb geleerd hoe ik beter leiding kan geven aan kwaliteitszorg en het proces van kwaliteitsontwikkeling. Mijn belangrijkste les is misschien wel dat ik daar als leidinggevende niet alleen eigenaar van ben, maar dat we dat samen zijn. Iedereen heeft zijn rol daarin.”
Contact
Wilt u ook aan de slag met onderwijskwaliteit en hoe u daar leiding aan geeft? Of heeft u een andere vraag op het terrein van leiderschap? Neem dan gerust contact op met Nienke Pol of Marieke Reuter.